De gemeente Amsterdam heeft bevestigd dat het de €100.000 die het heeft bijgedragen aan een controversieel onderzoek naar de verrader van Anne Frank, niet kan terugvorderen. Dit is de uitkomst van een second opinion die de gemeente heeft laten uitvoeren. Het stadsbestuur heeft echter aangegeven dat het bereid is om geld beschikbaar te stellen voor een eventueel alternatief onderzoek.
Controverse rondom het onderzoek
Het onderzoek, dat resulteerde in het boek ‘Het verraad van Anne Frank’, wees de Joodse notaris Arnold van den Bergh aan als de vermoedelijke verrader van de familie Frank. Dit werd echter gedaan op basis van gebrekkig bewijs, wat leidde tot kritiek van experts. Zij bestempelden het onderzoek, uitgevoerd door een coldcaseteam, als amateuristisch en stelden dat er conclusies waren getrokken op basis van misinterpretatie en tunnelvisie.
Naar aanleiding van deze kritiek wilde de gemeente het bijgedragen geld terugvorderen. Echter, op basis van juridisch advies concludeerde oud-wethouder Shula Rijxman dat dit niet mogelijk was. Dit advies was echter gebaseerd op een mondelinge toelichting van een ambtenaar, wat leidde tot aandringen van de gemeenteraad voor een second opinion.
Second opinion bevestigt eerste advies
De second opinion bevestigde de conclusie van het eerste advies, zo blijkt uit een brief van verantwoordelijk wethouder Alexander Scholtes aan de gemeenteraad. Het geld dat aan Proditione Media was gegeven, was geen subsidie, maar een bijdrage. Hierdoor waren er geen uitgebreide afspraken gemaakt over het onderzoek en kan het geld definitief niet worden teruggevorderd. “Achteraf gezien hebben wij dit niet goed aangepakt. Wij hebben hiervan geleerd”, aldus een woordvoerder van Scholtes.
Mogelijk nieuw onderzoek
In de brief maakt wethouder Scholtes bekend dat er geld beschikbaar komt voor een eventueel nieuw onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers. “In overleg met de nabestaanden kijken we hoe we dit vormgeven”, aldus Scholtes. Het is nog niet duidelijk om welk budget het gaat.