De stad Amsterdam heeft te maken met juridische hindernissen in haar poging om reclames voor vlees in de openbare ruimte te verbieden. Ondanks de wens van het stadsbestuur om dergelijke reclames te weren, blijkt er geen wettelijke basis te zijn om dit op lokaal niveau te doen.
Geen juridische grond voor verbod
Deze conclusie komt naar voren in een brief van wethouder Zita Pels (Duurzaamheid) aan de gemeenteraad. GroenLinks-raadslid Imane Nadif had vorig jaar gevraagd of het juridisch mogelijk was om vleesreclames in de openbare ruimte te verbieden, geïnspireerd door een soortgelijk plan in Haarlem.
Pels geeft aan dat, hoewel reclame voor zogenaamde ‘kiloknallers’ niet overeenkomt met de boodschap die de gemeente wil uitdragen in het kader van haar klimaat- en voedselstrategie, er geen juridische basis is voor een dergelijk verbod. Ze stelt dat een dergelijke regelgeving op nationaal niveau moet worden vastgesteld voordat het lokaal kan worden geïmplementeerd.
Reclamecontracten vormen een obstakel
De wethouder merkt op dat de gemeente op privaatrechtelijk gebied meer mogelijkheden heeft. Echter, de gemeente is gebonden aan verschillende reclamecontracten, waarvan de belangrijkste doorlopen tot 2028 en verder. Het eenzijdig aanpassen van deze contracten met betrekking tot vleesreclames in de openbare ruimte is niet mogelijk, vanwege de juridische en financiële gevolgen.
Een verbod op vleesreclames kan echter wel worden opgenomen bij het aangaan van een nieuwe contractperiode. Hiervoor is echter een beleidskader nodig dat kan dienen als basis voor de juridische onderbouwing om reclame voor vlees in de openbare ruimte te beperken. Volgens Pels bestaat er momenteel geen dergelijk beleidskader, hoewel er wel een is voor het verbod op fossiele reclame.
Deze situatie onderstreept de complexiteit van het navigeren door juridische en contractuele verplichtingen bij het nastreven van duurzaamheidsdoelen op lokaal niveau.