Elk jaar verwelkomt Amsterdam een nieuwe lichting studenten aan haar universiteiten en hogescholen, waaronder de VU, UvA en HvA. Dit jaar hebben deze nieuwe studenten een extra reden om te juichen: de basisbeurs is terug. Op de VU-campus aan de De Boelelaan kwamen vele eerstejaars studenten samen om hun introductieweek te beginnen. Ze kijken uit naar het komende jaar, maar vragen zich ook af hoe ze hun studiekosten gaan dekken.
Optimisme ondanks huisvestingsuitdagingen
“Ik kijk enorm uit naar dit jaar”, zegt een enthousiaste eerstejaars rechtenstudente. “Ik kan niet wachten om nieuwe vrienden te maken.” Ondanks het optimisme, is er één gemeenschappelijke zorg: het vinden van een kamer. Hoewel de meeste studenten een redelijk idee hebben van de kosten van een kamer in Amsterdam, is het voor velen de reden om voorlopig bij hun ouders te blijven wonen.
Thuis wonen als financiële strategie
“Ik woon in Almere, dus dat is goed te doen”, zegt een student. Een andere student uit Rotterdam vindt de afstand naar Amsterdam ook geen probleem: “Ik voel me nog te jong om het huis uit te gaan. Ik ben nog niet zelfstandig genoeg.” De studenten die wel op zoek zijn naar een kamer, vinden het een uitdaging: “Ik houd Facebook in de gaten en hoop iets te vinden via mijn netwerk.”
De impact van de basisbeurs
De terugkeer van de basisbeurs, die dit jaar aan elke nieuwe student wordt toegekend, is een welkome ontwikkeling. Thuiswonende studenten ontvangen 110,30 euro per maand, terwijl uitwonende studenten 274,90 euro per maand krijgen. Ondanks deze financiële hulp zien veel studenten de noodzaak om een bijbaan te nemen.
Vol goede moed het nieuwe leven tegemoet
De nieuwe studenten zijn vol energie en optimisme voor hun nieuwe leven. Een eerstejaars bedrijfskundestudent heeft zijn prioriteiten al op een rij: “Ik hoop vooral op veel feesten. Maar ik moet het nog even aankijken, ik heb nu al een halve burn-out en ben er pas één dag.” Het regelen van lessen, boeken en een kamer is al overweldigend. “Ik heb nu al kortsluiting in mijn hoofd”, zegt hij lachend.