Na bijna een jaar van onenigheid tussen sociaal wetenschapper Laurens Buijs en de Universiteit van Amsterdam (UvA), is er eindelijk een overeenkomst bereikt. Beide partijen hebben ingestemd met de beëindiging van Buijs’ arbeidsovereenkomst, waardoor de lopende ontbindingsprocedure bij de rechtbank niet langer nodig is.
Opluchting aan beide kanten
Buijs heeft aangegeven opgelucht te zijn dat de situatie is opgelost. Hij is van plan om zijn wetenschappelijk onderzoek naar gender zelfstandig voort te zetten en heeft vertrouwen in het vinden van een plek binnen de wetenschap waar zijn visie op gender wordt gewaardeerd. De UvA heeft ook haar tevredenheid uitgesproken over de oplossing van het conflict en heeft bevestigd dat Buijs vanaf 1 februari niet langer in dienst zal zijn. Alle formele beschuldigingen tegen Buijs zijn ingetrokken, maar de universiteit heeft ervoor gekozen om niet verder in te gaan op de details van de onenigheid.
De weg naar de ontbinding
De weg naar de uiteindelijke ontbinding van Buijs’ contract was niet zonder obstakels. Eind vorig jaar maakte Buijs een klokkenluidersmelding over wat hij omschreef als ‘ernstige institutionele misstanden’ binnen de UvA. Hij beweerde dat het onderwijs binnen de studie sociale wetenschappen en de UvA in het algemeen werd bedreigd door een ‘radicale woke cultuur’. Na zijn melding startte de UvA een onderzoek, maar de externe onderzoekscommissie vond geen bewijs van ernstige institutionele misstanden die de academische vrijheid in gevaar zouden brengen.
Tussen de klokkenluidersmelding en de uitslag van het onderzoek werd Buijs door de UvA op non-actief gesteld. De universiteit gaf aan dat dit te maken had met Buijs’ uitspraken over zijn collega’s op sociale media, waar hij hen beschreef als ‘monsters’, ‘extremisten’, ‘corrupt’ en ‘levensgevaarlijk’. De UvA wilde vervolgens het contract van Buijs ontbinden, met als reden dat er al langere tijd sprake was van grensoverschrijdend gedrag.
Wrakingsverzoek en schadevergoeding
Hoewel Buijs ook niet langer voor de UvA wilde werken, konden de twee partijen het niet eens worden over de voorwaarden van zijn vertrek. Dit resulteerde in een rechtszaak, waarin Buijs eiste dat de UvA hem formeel niets meer verweet en een schadevergoeding van 55.000 euro betaalde. Tijdens de rechtszaak diende Buijs een wrakingsverzoek in omdat hij het gevoel had dat alleen hij kritisch werd bevraagd door de rechter. Dit verzoek werd echter afgewezen door de wrakingskamer.
Met de recente overeenkomst tussen Buijs en de UvA is er een einde gekomen aan dit langdurige conflict, waardoor beide partijen nu verder kunnen gaan.