De gemeente Amsterdam ziet het vergroenen van gevels als een effectieve manier om de leefbaarheid van de straten te verbeteren en hittestress te verminderen. Echter, deze visie wordt niet gedeeld door de organisatie Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, die beweert dat dergelijke initiatieven de monumentale panden van de stad beschadigen.
Stadsdeel Centrum zet in op vergroening
Als onderdeel van een onderhoudsplan wil stadsdeel Centrum meer groen introduceren in de stad. Vergunningen zijn aangevraagd om gevelgroen te plaatsen in de Kalverstraat en de Heiligeweg. Stadsdeelbestuurder Micha Mos legt uit dat de ruimte in deze straten beperkt is, waardoor traditionele vergroeningsmethoden, zoals het planten van bomen, niet mogelijk zijn. Daarom wordt er gekeken naar alternatieve oplossingen, zoals het vergroenen van gevels.
Monumentenbeschermers maken bezwaar
Walther Schoonenberg, van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, is echter van mening dat deze vergroeningsplannen meer kwaad dan goed doen. Volgens hem verbergen de planten de historische panden en kunnen ze zelfs schade toebrengen aan de gebouwen. De onafhankelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert ook terughoudendheid bij het plaatsen van groen op monumentale gevels.
Compromis tussen vergroening en behoud
Hoewel er bezorgdheid is over de impact op monumentale panden, is er geen algemeen bezwaar tegen stadsvergroening. Er worden echter voorwaarden gesteld om de historische waarde van de panden te beschermen. Mos stelt dat het mogelijk is om spandraden voor de gevel te plaatsen, waardoor de planten niet direct op de gevel groeien.
Ondernemers steunen de vergroeningsplannen
Ondernemers in de betrokken straten zijn over het algemeen positief over de vergroeningsplannen. Zowel pandeigenaren als ondernemers hebben hun goedkeuring gegeven voor de plaatsing van gevelgroen, mits er geen woeker- of hechtplanten worden gebruikt. Er zijn ook al afspraken gemaakt over het onderhoud van de planten.
Voortdurende discussie
Ondanks de steun van ondernemers en sommige stadsbestuurders, blijft Schoonenberg sceptisch. Hij stelt dat er voldoende panden zijn die geschikt zijn voor vergroening, zoals nieuwbouw, maar dat het niet logisch is om een ‘groen gordijn’ voor historische panden te hangen. Deze discussie illustreert de voortdurende strijd tussen stadsvergroening en monumentenbehoud in Amsterdam.