John van ’t Schip, de trainer van Ajax, heeft onlangs zijn zorgen geuit over de huidige staat van het team. Na een gelijkspel tegen NEC (2-2), gaf hij toe dat het team niet de dominante kracht is die fans en critici zouden willen zien. “We zijn nog niet op het punt waar we willen zijn”, zei hij tijdens een persconferentie.
De worstelingen van Ajax
Volgens Van ’t Schip bevindt Ajax zich in een moeilijke fase. Het team mist een aantal belangrijke spelers, wat een grote impact heeft op hun prestaties. “Het is een uitdaging voor ons allemaal, maar het komt uiteindelijk neer op kwaliteit”, zei hij.
De trainer benadrukte ook de noodzaak voor de jongere spelers om te leren van deze ervaringen. Jordan Henderson, een van de spelers, deelde deze mening. “We hebben gezien hoe het spel plotseling kan veranderen aan het einde van de wedstrijd. We moeten leren hoe we dit op de juiste manier kunnen gebruiken om te verbeteren”, zei hij.
De weg vooruit
Van ’t Schip en zijn staf werken hard om de situatie te verbeteren. Hij benadrukte dat de stappen die het team heeft gemaakt, en die soms zijn teruggedraaid, opnieuw moeten worden gezet. Hij hoopt dat de terugkeer van Steven Bergwijn en Steven Berghuis, twee belangrijke spelers, een positieve impact zal hebben op het team.
Van ’t Schip sprak ook over zijn beslissing om eind oktober, begin november als trainer voor Ajax in te springen. “Ik wist wat de selectie was en er is niet veel veranderd. We gaan de wedstrijd analyseren en overwegen om dingen anders te doen, zolang we niet over een aantal sterkhouders beschikken”, zei hij.
De trainer erkende dat het team met vlagen beter en minder goed presteert. Maar hij blijft optimistisch en vastberaden om het team te verbeteren en de uitdagingen het hoofd te bieden. “Het is een moeilijke tijd, maar we blijven ons best doen en werken aan verbetering”, concludeerde hij.