De digitale experimenten die plaatsvinden in het gebied rond de Johan Cruijff Arena zijn gericht op het vinden van technologische alternatieven die de privacy van burgers niet beperken. Dit is de boodschap van Alexander Scholtes, wethouder van Digitale Stad, in reactie op vragen van GroenLinks en de Partij voor de Dieren.
Zorgen om privacy
Deze politieke partijen hadden hun zorgen geuit over de experimenten, die bekend staan als het Fieldlab Arenagebied. Ze waren vooral bezorgd over het mogelijke gebruik van biometrische surveillance-technieken. Volgens raadsleden Elisabeth IJmker (GroenLinks) en Anke Bakker (Partij voor de Dieren) hebben dergelijke technieken geen plaats in een vrije democratische samenleving.
Geen biometrische surveillance
Scholtes stelt echter dat er momenteel geen biometrische surveillance-technieken worden gebruikt in de experimenten. Hij benadrukt dat er geen sprake is van gezichtsherkenningstechnologie. In een eerder experiment, de Digitale Perimeter, was dit wel het geval. Toen werd echter specifiek gekeken naar een techniek die privacy beschermt door bepaalde gegevens te versleutelen.
Huidige experimenten
Volgens de gemeentelijke website omvatten de huidige experimenten onder andere het uitwisselen van actuele informatie met evenementpartners, privacyvriendelijke druktemetingen en het detecteren van drones van onbekende personen die niet in het gebied mogen vliegen. Er wordt ook gekeken naar manieren om straatverlichting aan te passen op basis van digitale gegevens over de drukte en naar methoden om de aanpak van zwerfvuil te verbeteren.
Doel van de experimenten
Scholtes legt uit dat het doel van de experimenten is om te onderzoeken hoe bezoekers van het drukke Arenagebied op een veilige en comfortabele manier van punt A naar B kunnen komen, zonder al te veel overlast te ervaren. Hij verzekert dat alle gebruikte technieken zijn getoetst aan privacy- en ethische waarborgen. Het huidige jaar wordt gebruikt als voorbereiding, 2024 zal worden gebruikt om prototypes te testen en in 2025 zal de opgedane kennis worden toegepast, indien mogelijk.