In de tragische zaak van Casper Verheijen, die twee jaar geleden in Nijmegen werd doodgestoken, hebben de drie minderjarige verdachten opnieuw geen straf gekregen. Het Gerechtshof oordeelde dat de jongens handelden uit zelfverdediging, een beslissing die de nabestaanden van Verheijen ‘geschokt en verbijsterd’ achterliet.
Verdachten handelden uit zelfverdediging
Volgens het Gerechtshof waren de acties van de verdachten proportioneel, aangezien zij werden aangevallen door Verheijen en zijn collega’s. Deze uitspraak komt overeen met de eerdere beslissing van de rechtbank eerder dit jaar. Het Openbaar Ministerie (OM) had in hoger beroep opnieuw 360 dagen jeugddetentie geëist, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, tegen de hoofdverdachte, een 16-jarige jongen. De twee andere jongens hoorden een taakstraf en voorwaardelijke jeugddetentie tegen zich eisen. De inhoudelijke behandeling van de rechtszaak vond plaats achter gesloten deuren, vanwege de minderjarige leeftijd van de verdachten.
De fatale avond
Verheijen, afkomstig uit Nijmegen, werd bijna twee jaar geleden doodgestoken na een werkdag in de buurt van het Osdorpplein in Nieuw-West. Bij een coffeeshop aan de Sloterplas werd hij aangesproken door drie jongens, wat leidde tot een woordenwisseling en uiteindelijk een vechtpartij. Verheijen maakte een kopstootbeweging en greep twee van de drie jongens vast. Toen hij zijn collega’s riep, wisten de jongens zich los te maken. Getuigen beschreven de situatie als een vechtpartij.
De fatale steek
De situatie escaleerde toen een van de minderjarige jongens op de grond lag en door Verheijen werd geslagen, terwijl een collega van Verheijen de jongen tegen zijn hoofd trapte. Op dat moment stak de hoofdverdachte Verheijen met een mes in zijn hart. Verheijen overleed later die avond aan zijn verwondingen.
Het Openbaar Ministerie en de advocaten van de verdachten hebben nu twee weken de tijd om in cassatie te gaan tegen de uitspraak van het Gerechtshof.