Grote steden vragen om extra steun voor daklozenopvang

De vier grootste steden van Nederland, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, hebben bij de landelijke overheid aangeklopt voor extra ondersteuning. De reden? Een zorgwekkende toename in het aantal dak- en thuislozen. Deze week zullen Kamerleden de begroting voor het ministerie van Volksgezondheid bespreken, en de steden hopen dat er meer geld wordt vrijgemaakt voor tijdelijke opvang. Ze pleiten er ook voor om de financiering hiervan niet te verminderen.

Stijging in dakloosheid baart zorgen

Amsterdam is met name bezorgd over de groeiende daklozenpopulatie en de uitdagingen die dit met zich meebrengt voor de opvang. Samen bieden de vier steden ongeveer 650 opvangplekken. Echter, toen de temperaturen afgelopen winter daalden tot onder het vriespunt, moest dit aantal noodgedwongen worden uitgebreid. In Amsterdam alleen al steeg het aantal opvangplekken tijdens deze koude periode van 250 naar 400. Honderden dak- en thuislozen maakten gebruik van deze extra capaciteit.

Meer middelen nodig

Wethouder Rutger Groot Wassink van Amsterdam erkent de stijging en benadrukt dat er meer middelen nodig zijn. “De bestaanszekerheid van veel mensen is de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Dit leidt ertoe dat meer mensen in de problemen komen en dakloos kunnen raken. We merken dat er in de afgelopen periode meer mensen een beroep doen op de winteropvang. We hebben in de grote steden meer middelen nodig voor de tijdelijke opvang en moeten een extra stap zetten in de oplossing voor de langere termijn.”

100 miljoen per jaar

Naast extra geld voor de tijdelijke opvang, willen de grote steden ook dat er aandacht komt voor het tekort aan woningen en de doorstroming. Het doel van de steden is om in 2030 geen daklozen meer te hebben. Echter, om dit te bereiken is er landelijk een jaarlijkse investering van 100 miljoen euro nodig. Dit geld zou gebruikt kunnen worden om voldoende betaalbare woningen te bouwen en kwetsbare mensen te ondersteunen.

Plaats een reactie