De Amsterdamse vervoerder GVB heeft een reeks maatregelen geïmplementeerd om de werkdruk van zijn medewerkers te verminderen en het personeelstekort aan te pakken. Dit volgt op vragen van PvdA-raadslid Farley Asruf over de personeelsproblemen bij het vervoersbedrijf. De maatregelen omvatten onder andere het aanpassen van roosters, het uitbreiden van wervingscampagnes en het onderzoeken van de mogelijkheid om niet-Nederlandssprekenden in dienst te nemen.
Verlichting van de werkdruk
Naar aanleiding van klachten over krappe rijtijden, onregelmatige roosters en onvoldoende hersteltijd tussen werkdagen, heeft het GVB een aantal verbeteringen doorgevoerd. Het ‘4-1-4’-rooster, waarbij medewerkers vier dagen werken, één dag rusten en vervolgens weer vier dagen werken, is sterk verminderd. Daarnaast zijn de rijtijden aangepast op routes waar medewerkers aangaven dat deze te strak waren.
Aanpak van ziekteverzuim
Om het ziekteverzuim te verminderen, zet het GVB in op preventie. Dit omvat het inzetten van leefstijlcoaches, preventief medisch onderzoek en budgetcoaches. Bovendien is er een externe partij betrokken om het bedrijf te helpen rekening te houden met de sociale omgeving van het personeel en hoe deze het verzuim kan beïnvloeden. Het coachen van leidinggevenden in gevallen van verzuim wordt ook genoemd als een manier om ziekteverzuim te verminderen.
Wervingscampagnes en nieuwe doelgroepen
Om het personeelstekort aan te pakken, wil het GVB nieuwe wervingscampagnes lanceren en nieuwe doelgroepen aantrekken, zoals studenten en mensen die geen Nederlands spreken. Het bedrijf onderzoekt momenteel of deze laatste groep ook in aanmerking kan komen voor functies als bus- of trambestuurder. Bovendien wil het GVB de begeleiding tijdens het opleidingstraject verbeteren om te voorkomen dat er op dat punt veel mensen afhaken.
Geen verband met bedrijfscultuur
Volgens het stadsbestuur is de onderbezetting bij het GVB niet gerelateerd aan de bedrijfscultuur. Het is een probleem dat veel openbaar vervoerbedrijven herkennen: veel mensen hebben de sector verlaten tijdens de coronapandemie en het is moeilijk om hen terug te krijgen.