Klein Amsterdam Basisschool: Onderwijsinspectie geeft opnieuw negatieve beoordeling

De basisschool Klein Amsterdam in Noord heeft wederom een negatieve beoordeling ontvangen van de onderwijsinspectie, volgens een recent gepubliceerd rapport. De inspectie beschrijft de situatie als ‘wanbeheer’, omdat het schoolbestuur onvoldoende inspanningen levert om de onderwijskwaliteit te verbeteren en omdat er geen financiële stabiliteit is om achterstanden te compenseren. Dit betekent dat de situatie officieel nog niet is verbeterd.

Inspectiebezoek leidt tot ‘zeer zwakke’ beoordeling

In juni van dit jaar kreeg de school de beoordeling ‘zeer zwak’ na een inspectiebezoek en kwam daardoor onder streng toezicht te staan. De onderwijskwaliteit voldeed niet aan de normen en ook op bestuurlijk en beleidsmatig vlak waren er tekortkomingen. De school kreeg tot juni van het volgende jaar de tijd om verbeteringen door te voeren en van deze negatieve beoordeling af te komen.

Protesten tegen sluiting van de school

Hoewel de toenmalige directeur voor de zomervakantie beloofde alles in het werk te stellen om de school open te houden, werd in oktober besloten de school te sluiten. Dit leidde tot protesten van ouders en leerkrachten die zich in de steek gelaten voelden. “Mijn kinderen zijn hier gelukkig, dat is voor mij het belangrijkste”, zei Maura van der Niet, een van de ouders. Een grote groep ouders verzette zich tegen de beslissing, wat leidde tot het vertrek van de directeur.

Nieuwe directeur en voortdurende problemen

In het nieuwe rapport van de inspectie wordt opnieuw gesproken over wanbeheer. De school zou onvoldoende maatregelen nemen om de kwaliteit en voortgang van het onderwijs te waarborgen. Bovendien zou de school niet genoeg stappen zetten om de sluiting in gang te zetten en zou er onvoldoende financieel inzicht zijn. De nieuwe directeur, Schoonveld, betwist deze bevindingen. Hij stelt dat de inspectie de school bezocht toen de ‘oude situatie’ nog van kracht was. Schoonveld, die werd aangesteld om de school te sluiten, heeft inmiddels het roer omgegooid en werkt aan verbeteringen.

Mogelijke sancties van de minister

Naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie is het dossier overgedragen aan Mariëlle Paul, de minister voor Primair Onderwijs. Dit is een standaardprocedure bij geconstateerd wanbeheer. De minister heeft de mogelijkheid om financiële maatregelen op te leggen, zoals het intrekken van subsidie. In een brief aan de Tweede Kamer geeft de minister aan de school onder toezicht te houden, maar voorlopig geen maatregelen te nemen. “Het belang van de leerlingen staat voor mij voorop. Zij verdienen zo snel mogelijk kwalitatief goed onderwijs.”

Plaats een reactie