Een 59-jarige man is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur. De man werd op 7 juni in het westen van het land betrapt met ongeveer 200 kilo hennep en hasj. De rechtbank oordeelde dat de hoeveelheid drugs zo groot was dat het onvermijdelijk was dat deze bestemd waren voor de drugshandel.
Verdachte gedrag leidt tot ontdekking
De man werd op 7 juni aangehouden nadat hij tweemaal door rood licht had gefietst. Hij beweerde op weg te zijn naar zijn neef, wiens vader in het ziekenhuis lag. De politie, die de man herkende in verband met eerdere overtredingen van de Opiumwet, vroeg toestemming om in zijn rugzak te kijken. De rugzak was bijna leeg, maar het nerveuze gedrag van de man wekte argwaan bij de agenten. Na hem een waarschuwing te hebben gegeven, besloten ze hem te volgen.
Verdachte situaties leiden tot huiszoeking
De man parkeerde zijn fiets op de Nieuwmarkt en liep de Koestraat in. Kort daarna fietste hij weg met een uitpuilende rugzak. De politie volgde hem opnieuw en zag hem een woning binnengaan. Hij beweerde een kennis te bezoeken, maar veranderde later zijn verhaal en zei dat hij alleen zijn fiets in het pand wilde zetten. Toen hij een voorbijganger begroette met “hey buurman” en de politie ontdekte dat er niemand op het adres was geregistreerd, kregen ze toestemming om de woning te doorzoeken. Daar vonden ze 184 kilo hasj en 16 kilo wiet.
Rechtbank legt straf en voorwaarden op
De rechtbank oordeelde dat de man zich schuldig had gemaakt aan de verspreiding van drugs, wat een gevaar vormt voor de volksgezondheid. Naast zijn straf, moet de man ook meewerken aan schuldhulpverlening en inzicht geven in zijn financiën. De rechtbank merkte op dat het positief was dat de man vrijwillig hulp had gezocht voor zijn alcoholverslaving en gemotiveerd leek om zich verder te ontwikkelen.