Een 34-jarige man is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor het pogen een auto in brand te steken in Zuidoost. Naast zijn celstraf is hem een gebieds- en contactverbod opgelegd voor een periode van vijf jaar. Hij mag zich niet in de buurt begeven waar hij de brandstichting probeerde te plegen en mag geen contact opnemen met het slachtoffer en diens familie.
Details van de misdaad
Op 12 februari vorig jaar begon de man zijn daad door een baksteen door de ruit van de auto te gooien. Na het vernielen van de auto, goot hij benzine in het voertuig en wierp hij brandende lucifers in de richting van de auto. Volgens de rechtbank vormde hij hiermee niet alleen een bedreiging voor materiële goederen, maar ook voor de omliggende vegetatie en mogelijk voor personen die zich in de nabijheid bevonden.
“De verdachte heeft bewust een groot gevaar voor anderen gecreëerd. Het feit dat zijn poging tot brandstichting niet heeft geleid tot een gevaarlijke brand, is niet aan hem te danken”, aldus de rechtbank. “Het gaat hier om een ernstig misdrijf, vanwege het grote risico en het intimiderende karakter.”
Conflict als mogelijke oorzaak
De 34-jarige man blijkt een conflict te hebben met de eigenaar van de auto. Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat het hele gezin te maken heeft gehad met ‘onrust, angst en gevoelens van onveiligheid’. De rechtbank kon echter niet vaststellen waarom de man de auto van het gezin in brand wilde steken. “De onduidelijkheid over het motief heeft lange tijd een grote impact gehad op het gezin.” Omdat de man zijn motief voor de poging tot brandstichting niet wilde onthullen, ziet de rechtbank een ‘consistent gevaar voor herhaling van soortgelijke misdrijven door de verdachte’.
Naast de gevangenisstraf van twee jaar, is de man ook een locatie- en contactverbod van vijf jaar opgelegd. “Omdat de verdachte geen inzicht heeft gegeven in zijn motieven, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat de verdachte de familie bewust schade wilde toebrengen op basis van het bewezen strafbare feit.”