Een metrobestuurder van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) in Amsterdam is ontslagen na betrapt te zijn op videobellen tijdens het besturen van een rijdende metro. De rechter heeft dit ontslag vorige week als terecht beoordeeld.
Ontdekt door veiligheidsadviseur
De bestuurder had zijn telefoon op het dashboard geplaatst tijdens het videobellen. Dit werd opgemerkt door een veiligheidsadviseur van het GVB die toevallig in dezelfde metro zat. De adviseur meldde dit onmiddellijk aan het communicatiecentrum van het vervoerbedrijf.
Binnen een uur werd de metrobestuurder door een teamleider geïnformeerd over de melding. Na het controleren van de WhatsApp-geschiedenis van de bestuurder, bleek dat hij twee minuten na het vertrek van de metro nog met iemand had gebeld.
Ontslag en ontkenning
De bestuurder werd vervolgens geschorst en mocht zijn dienst niet afmaken, maar zijn loon werd wel doorbetaald. Enkele maanden later werd hij door het GVB op de hoogte gebracht van zijn ontslag.
De bestuurder heeft altijd ontkend dat hij tijdens de rit aan het videobellen was. Hij beweerde dat hij alleen voor vertrek met zijn vriendin had gebeld en haar had gevraagd om hem later terug te bellen.
Rechterlijke uitspraak
De rechter oordeelde echter dat de melding van de veiligheidsadviseur en de belgeschiedenis op de telefoon van de bestuurder voldoende bewijs vormden dat de bestuurder inderdaad in de fout was gegaan.
Hoewel het GVB van mening was dat de bestuurder ernstig verwijtbaar had gehandeld, oordeelde de rechtbank dat het slechts om verwijtbaar handelen ging. Dit betekent dat de overtreding volgens de rechter niet ernstig genoeg was om de medewerker op staande voet te ontslaan, maar dat er rekening gehouden moest worden met de opzegtermijn. De metrobestuurder heeft ook nog recht op transitiekosten.
Zero-tolerancebeleid
Het GVB heeft in de tussentijd de regels rondom telefoongebruik aangescherpt en hanteert nu een zero-tolerancebeleid. Bestuurders die betrapt worden op telefoongebruik kunnen rekenen op ontslag.
De rechter merkte echter op dat de bestuurder mogelijk niet op de hoogte was van dit nieuwe beleid, omdat hij ziek thuis zat toen het werd ingevoerd. De rechter stelde dat het GVB de bestuurder had kunnen informeren over dit beleid toen hij na zijn ziekte weer aan het werk ging.