Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft zijn bezorgdheid geuit over de recente politieke ontwikkelingen in Nederland. De Partij voor de Vrijheid (PVV) is de grootste partij in de Tweede Kamer geworden en dit roept vragen op bij het instituut. De PVV heeft in haar verkiezingsprogramma aangegeven dat ze de excuses die door de koning zijn aangeboden voor het slavernijverleden en de politionele acties wil intrekken. Bovendien wil de partij een einde maken aan cultuursubsidies.
Terug in de tijd?
“Laten we niet weer 13 jaar terug in de tijd stappen”, schrijft NiNsee op Instagram. De organisatie benadrukt dat er in de afgelopen jaren hoopvolle en positieve stappen zijn gezet in het emancipatie- en acceptatieproces van de verschillende gemeenschappen in Nederland. Linda Nooitmeer, de voorzitter van het bestuur, roept op om niet terug te vallen in oude patronen, maar juist gezamenlijk te werken aan de toekomst van Nederland.
Samenwerking met het nieuwe kabinet
Ondanks de zorgen die het instituut heeft geuit, blijft NiNsee hoopvol over de mogelijkheid van samenwerking met het nieuwe kabinet. Het instituut benadrukt het belang van een constructieve dialoog en samenwerking met het te vormen nieuwe kabinet, in lijn met hun eigen standpunten over het slavernijverleden. Het is van essentieel belang dat de erkenning van het slavernijverleden en de voortdurende impact daarvan op de hedendaagse samenleving niet verloren gaat in de politieke arena.
De toekomst zal uitwijzen hoe de relatie tussen NiNsee en het nieuwe kabinet zich zal ontwikkelen en of de zorgen van het instituut gegrond zijn. Voor nu blijft het instituut zich inzetten voor het behoud en de erkenning van het Nederlandse slavernijverleden en de impact daarvan op de huidige samenleving.