Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten geen vervolging in te stellen tegen de studenten van het Amsterdams Studenten Corps, ondanks een aangifte die tegen hen is ingediend. Hoewel de studenten volgens het OM de fatsoensnormen hebben overschreden met hun uitspraken, zijn deze niet strafbaar volgens de wet.
Controversiële uitspraken tijdens diner
Tijdens een diner in de zomer van 2022 maakten de studenten een aantal controversiële uitspraken. Ze beweerden onder andere dat ‘de heren de nekken van vrouwen zullen breken, om hun geslachtsdeel erin te steken’ en dat vrouwen ‘sperma-emmers’ zijn. Hoewel het OM vorig jaar aangaf geen onderzoek in te stellen, diende een vrouw die het niet eens was met deze beslissing een aangifte in, omdat ze van mening was dat de uitspraken neerkwamen op vrouwenhaat.
Geen strafbaar feit volgens het OM
Het OM heeft vandaag aangegeven dat groepsbelediging op basis van geslacht geen strafbaar feit oplevert, omdat dit niet wordt genoemd in het wetsartikel (artikel 137c Sr) dat betrekking heeft op groepsbelediging. Bovendien is er volgens het OM juridisch gezien geen sprake van aanzetten tot haat, discriminatie of geweld (artikel 137d Sr) met de uitspraken. Daarom heeft het OM besloten de aangifte te seponeren.
OM erkent kwetsende aard van de uitspraken
Hoewel het OM heeft besloten geen vervolging in te stellen, erkent het wel dat de uitspraken kwetsend kunnen zijn en door velen als onwenselijk en onacceptabel worden beschouwd. Het OM benadrukt echter dat de mate waarin uitspraken onwenselijk of onacceptabel zijn, niet bepalend is voor de vraag of er sprake is van een strafbare uiting. In dit geval is er volgens het OM geen sprake van een strafbare uiting.