De uitbreiding van de wietproef naar Amsterdam Oost stuit op weerstand bij een aantal politieke partijen in de Tweede Kamer. De PVV, NSC, BBB, CDA, CU en SGP, die samen de helft van de Kamerzetels bezetten, hebben hun twijfels geuit over het plan. Dit werd duidelijk tijdens een recent debat over het onderwerp.
Wat houdt de wietproef in?
De wietproef is een experiment waarbij in geselecteerde gemeenten wordt onderzocht of het haalbaar is om coffeeshops te bevoorraden met gecontroleerde wiet. Het doel is om te zien wat de impact hiervan zou zijn op de openbare orde, criminaliteit en volksgezondheid. Oorspronkelijk was Amsterdam niet betrokken bij de proef, maar ongeveer een jaar geleden werd besloten om de proef uit te breiden, waardoor ook stadsdeel Oost werd opgenomen.
Veranderende politieke steun
Met de recente veranderingen in de samenstelling van de Tweede Kamer, is het onduidelijk hoeveel steun er nog is voor de uitbreiding van de proef. De PVV, de grootste partij in de Kamer, wil zelfs wachten met de uitbreiding tot er een coalitieakkoord is. Het is nog onduidelijk hoeveel andere partijen dit standpunt delen.
De NSC heeft ook ‘serieuze bedenkingen’ over de uitbreiding. Kamerlid Daniëlle Jansen stelt: “We zien geen reden om met Amsterdam een elfde gemeente aan de proef toe te voegen”. Volgens de NSC is Amsterdam ook geen geschikte kandidaat, omdat de proef daar alleen in één stadsdeel wordt uitgevoerd.
Bezwaren en mogelijke gevolgen
Ook het CDA, de ChristenUnie en SGP zijn tegen de uitbreiding. “Experimenteren met drugs is altijd een onverstandig idee”, aldus CU-fractievoorzitter Mirjam Bikker. Deze partijen zijn in het algemeen tegen het gedoogbeleid.
Hoewel de tegenstanders van de wietproef met 75 zetels net geen meerderheid hebben, kan dit veranderen als de VVD een duidelijk standpunt inneemt. De VVD is geen uitgesproken tegenstander van de uitbreiding van de proef, maar maakt zich zorgen over een mogelijk ‘waterbedeffect’ in één stadsdeel. “Het lijkt mij heel ingewikkeld hoe je zo’n stadsdeel kunt afschermen van de rest, omdat de grenzen met andere stadsdelen zo vloeiend zijn.”