Traditioneel vermaak met Jan Klaassen en Katrijn
De iconische poppenkast op de Dam in Amsterdam is officieel verklaard tot cultureel erfgoed. Dit gebeurde tijdens een ceremonie onder leiding van wethouder Alexander Scholtes, verantwoordelijk voor erfgoed, en markeert een belangrijke mijlpaal voor dit al bijna 135 jaar oude straatvermaak.
Ter gelegenheid van het 750-jarig jubileum van de stad vond er op de Dam een groot poppenkastfestival plaats. Tijdens dit evenement werd een indrukwekkende pop van vier meter onthuld, en konden bezoekers genieten van voorstellingen met de bekende figuren Jan Klaassen en Katrijn, die werden vergezeld door poppenkasten uit landen zoals Italië, Duitsland, Egypte, Engeland en Frankrijk.
De erkenning als cultureel erfgoed stelt strenge eisen aan de stichting achter de poppenkast. Zo moet er aandacht zijn voor de opleiding van nieuwe poppenspelers via de Jan Klaassen Academie. Ook is het belangrijk dat financiële ondersteuning wordt geboden en dat er samenwerkingen worden aangegaan met andere organisaties. Daarnaast is promotie van het poppenspel onder toeristen en scholen essentieel om het voortbestaan te waarborgen.
In 2020 was de stichting al klaar om de aanvraag voor cultureel erfgoed in te dienen. Echter, door de coronapandemie kon dit plan niet worden uitgevoerd. Nu, drie jaar later, is deze erkenning een bevestiging van het belang van het poppenspel in het Amsterdamse straatbeeld.
De poppenkast op de Dam is jaarlijks te zien van mei tot oktober, waarbij op meerdere zondagen uitvoeringen plaatsvinden. Het blijft een geliefde attractie voor zowel locals als toeristen die Amsterdam bezoeken.