In een recent interview met AT5’s het Gesprek met de Burgemeester, heeft Femke Halsema, de burgemeester van Amsterdam, haar standpunt verdedigd over het toestaan van een pro-Palestina demonstratie op slechts vijftig meter afstand van het Nationaal Holocaustmuseum. Volgens Halsema was de beslissing proportioneel en in overeenstemming met het internationaal recht, dat stelt dat demonstranten op hoor- en zichtafstand moeten kunnen staan.
Locatiekeuze
Halsema legde uit dat de Plantage Westermanlaan, een straat die op 170 meter afstand van het museum ligt, niet de meest logische keuze was voor de afzetting. De demonstranten stonden op de aanvoerroute voor auto’s, die volledig was afgeschermd en afgesloten van de Portugese Synagoge tot aan het museum. De verwachting was dat mensen alleen in de auto zouden rijden tot aan het museum en daar uit zouden stappen, waardoor de vijftig meter afstand proportioneel was, aldus Halsema.
Proportionaliteit
De burgemeester benadrukte het belang van proportionaliteit bij het toestaan van demonstraties. Ze verwees naar de langdurige discussie in de stad over demonstraties bij de abortuskliniek, waar de afstand nu twaalf meter is. Volgens Halsema zou het onvoldoende gelegenheid bieden aan demonstranten als de afstand groter zou zijn.
Reactie op de demonstratie
Halsema gaf toe dat ze schrok toen ze zelf voor het museum uit de auto stapte. Ze beschreef de demonstratie als overweldigend, hard, luid en dichtbij, maar niet te dichtbij. Volgens haar waren er geen wettelijke gronden om de demonstranten verder naar achteren te plaatsen, ondanks de onaangename uitingen die werden gedaan.
Alternatieve locatie
De burgemeester gaf toe dat er in de voorbereiding ook voor een andere straat als demonstratielocatie gekozen had kunnen worden. Echter, zelfs dan zouden de auto’s en de Holocaustoverlevenden nog steeds langs de demonstratie hebben moeten rijden, aangezien hun auto bij Artis geparkeerd stond.
Recht op demonstratie
Halsema benadrukte dat het recht op demonstratie altijd moet worden gerespecteerd, ondanks de ongemakken die het kan veroorzaken. Ze uitte haar bezorgdheid over het feit dat de Joodse gemeenschap zich geïntimideerd voelde door de demonstratie, maar benadrukte dat demonstraties rumoerig, luid en soms onaangenaam kunnen zijn. Ze bekritiseerde het idee om het demonstratierecht te beperken als een slecht signaal.
Discussie met de Joodse gemeenschap
Halsema heeft onlangs een ‘stevig, maar goed’ gesprek gehad met de Joodse gemeenschap. Ze erkende dat er meningsverschillen blijven bestaan, maar benadrukte dat het grondrecht op demonstratievrijheid altijd moet worden gerespecteerd, zelfs tijdens dergelijke bijeenkomsten.