Een 49-jarige man die zes jaar geleden terugkeerde naar zijn moeders huis, is officieel erkend als medehuurder, ondanks de tegenstand van woningcorporatie Stadgenoot. Dit is de uitspraak van de rechtbank vorige week.
Terugkeer naar moeders huis
Na een periode in België te hebben gewoond, keerde de man in 2018 op 44-jarige leeftijd terug naar de sociale huurwoning van zijn moeder in Zuidoost. Een jaar later raakte hij betrokken bij een auto-ongeluk, wat resulteerde in hersenletsel. Sindsdien is hij werkloos en krijgt hij hulp van een begeleider. Ondanks meerdere pogingen in 2020, 2021, 2022 en 2023 om hem als medehuurder te laten erkennen, weigerde Stadgenoot dit steeds.
Discussie over de woonsituatie
Volgens Stadgenoot was er geen sprake van een ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’, maar eerder van een poging om in de sociale huurwoning te blijven als de moeder het huis zou verlaten. De woningcorporatie beweerde dat het een ‘hospita-situatie’ betrof, waarbij de woning wel wordt gedeeld, maar de bewoners geen gezamenlijk huishouden vormen.
De man en zijn moeder betwistten deze bewering. De man betaalt mee aan de huur en ze delen de huishoudelijke taken. Ze eten dagelijks samen en brengen tijd door in de woonkamer. Een begeleider en het Buurtteam Zuidoost, die de moeder ondersteunen, bevestigden dit in een verklaring.
Rechterlijke uitspraak
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de twee inderdaad een gezamenlijk huishouden voerden. De verklaringen van de begeleider en het buurtteam, als professionals in hun vakgebied, werden als betrouwbaar beschouwd. De rechter stelde dat Stadgenoot onvoldoende argumenten had aangevoerd om te twijfelen aan de inhoud van deze verklaringen.
In het vonnis merkte de kantonrechter op dat een situatie waarin een kind bij een ouder woont meestal geen ‘duurzame’ gemeenschappelijke huishouding is, maar een ‘aflopende’ situatie. Dit betekent dat het kind van plan is om uiteindelijk te vertrekken. In dit geval was daar volgens de kantonrechter geen sprake van. De man had alleen kleding meegenomen, had weinig sociale contacten, zijn eigen kinderen woonden in Afrika en er was geen bewijs dat hij zelf op zoek was naar een woning in Nederland.