Rechtbank oordeelt: Gemeente onzorgvuldig bij intrekken parkeervergunningen

In een recente uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de gemeente onzorgvuldig is geweest bij het intrekken van parkeervergunningen van bewoners en ondernemers in de Gelderlandpleinbuurt. De gemeente moet nu nieuwe beslissingen nemen met betrekking tot de ondernemers, terwijl de beslissing over de vergunningen van de bewoners gehandhaafd blijft.

Intrekking van parkeervergunningen

Bewoners en ondernemers die al jarenlang een straatparkeervergunning hadden, ontvingen in 2021 een brief waarin stond dat hun vergunning werd ingetrokken. De gemeente gaf als reden dat er voldoende parkeerruimte beschikbaar was in ondergrondse parkeergarages, waardoor er een nulplafond werd ingesteld. Omdat parkeren in deze garages aanzienlijk duurder is, besloten de bewoners om naar de rechter te stappen.

Rechterlijke uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet langer voldeed aan de voorwaarden van de Parkeerverordening. Bovendien bleek uit niets dat de gemeente een belangenafweging had gemaakt bij het instellen van het nulplafond. De rechtbank merkte op dat de gemeente geen onderzoek had gedaan naar de mogelijke negatieve gevolgen van het nulplafond voor vergunninghouders. Er waren bijvoorbeeld geen inspraakavonden georganiseerd waar belanghebbenden hun standpunten konden uiten. Ook was er geen bewijs dat de belangen van bestaande vergunninghouders op andere manieren in kaart waren gebracht.

Verschillen in vonnissen

Hoewel de gemeente als tweede argument aangaf dat er meer stallingplaatsen beschikbaar waren, waren er verschillen in de vonnissen. De rechtbank merkte op dat in de erfpachtvoorwaarden van het appartementencomplex van de bewoners stond dat er 69 parkeerplaatsen beschikbaar waren in een nabijgelegen parkeergarage. De bewoners hadden de mogelijkheid om deze parkeerplaatsen te kopen of te huren. Het feit dat ze ervoor kozen dit niet te doen, werd gezien als hun eigen verantwoordelijkheid.

De ondernemers daarentegen hadden deze informatie niet ontvangen. In hun huurcontracten was geen optie opgenomen om een parkeerplaats te huren of te kopen. Bovendien had de gemeente de ondernemers niet geïnformeerd over alternatieve parkeerplekken toen ze bezwaar maakten tegen het besluit.

Consequenties van de uitspraak

Als gevolg van de uitspraak verliezen de bewoners hun parkeervergunning, die ze tot nu toe nog hadden vanwege de lopende gerechtelijke procedure. De gemeente moet echter de bezwaren van de ondernemers opnieuw beoordelen en binnen acht weken nieuwe besluiten nemen, rekening houdend met het vonnis van de rechtbank. Daarnaast moet de gemeente de ondernemers meer dan 2600 euro aan proceskosten betalen.

Plaats een reactie