In een recente uitspraak heeft de kantonrechter bevestigd dat een medewerker van coffeeshop The Bulldog in het centrum van de stad terecht op staande voet is ontslagen. De medewerker werd in juni van dit jaar ontslagen na verdacht gedrag en vermeende diefstal.
Verdacht gedrag leidt tot ontslag
Een beveiliger van de coffeeshop merkte eind mei op dat de medewerker zich verdacht gedroeg. Na het bekijken van de beveiligingsbeelden kwam de leiding van de coffeeshop tot de conclusie dat de medewerker op 28 en 30 mei verkopen niet had geregistreerd in de kassa, zakjes wiet en hasj had achtergehouden en geld uit de kassalade in zijn zak had gestopt.
De medewerker, die sinds augustus 2015 bij de coffeeshop werkte en een bruto maandsalaris van 1.846,32 euro verdiende, werd op 20 juni ontslagen. Hij ontving een brief van zijn werkgever waarin de redenen voor zijn ontslag werden uiteengezet.
Medewerker vecht ontslag aan
De medewerker was het niet eens met zijn ontslag en stapte naar de rechter. Hij vroeg om een vergoeding van bijna 12.000 euro, omdat hij van mening was dat er geen ‘dringende reden voor ontslag op staande voet’ was. Hij gaf toe dat hij niet altijd direct de verkoop registreerde, maar beweerde dat dit kwam door drukte of omdat hij afgeleid was door zijn telefoon. Hij beweerde dat hij de verkoop later alsnog registreerde. Hij voegde ook toe dat hij zakjes wiet of hasj samenvoegde op verzoek van klanten en dat het geld dat hij uit de kassa nam, fooi was.
Rechterlijke uitspraak
De kantonrechter vond het verweer van de medewerker ‘niet aannemelijk en zelfs ongeloofwaardig’. Volgens de rechter duurt het registreren van een verkoop slechts enkele seconden en kost het achteraf registreren ‘duidelijk meer tijd’. Bovendien benadrukte de rechter dat het direct registreren van verkopen een cruciaal onderdeel is van het verkoopproces, vooral omdat The Bulldog het risico loopt gesloten te worden als de politie en belastingdienst tijdens een inval onregelmatigheden in de kassa of voorraad ontdekken.
De rechter merkte ook op dat de medewerker de zakjes wiet en hasj samenvoegde op momenten dat er geen klanten in de buurt waren. Bovendien kon hij niet aantonen dat het geld dat hij in zijn zak stak, fooi was. Volgens de coffeeshop worden fooien in een aparte beker bewaard en later verdeeld onder het personeel. De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet ‘het gevolg is van handelen van de medewerker dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt’. Daarom was een vergoeding niet nodig. De ontslagen medewerker moet nu zijn voormalige werkgever bijna 800 euro aan proceskosten betalen.