Gemeente ondersteunt kinderen uit arme gezinnen tot 2027
De gemeente Amsterdam heeft besloten om de regeling voor sport- en zwemlessen voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen te verlengen tot en met 2027. Deze regeling, bekend als de Sportvergoeding Jeugd, biedt financiële steun aan ouders zodat hun kinderen kunnen deelnemen aan sportactiviteiten en zwemlessen.
Wethouders Sofyan Mbarki, verantwoordelijk voor Sport en Bewegen, en Marjolein Moorman, die zich bezighoudt met armoedebestrijding, benadrukken het belang van sport voor alle kinderen. In hun brief aan de gemeenteraad stellen ze dat kinderen die in armoede opgroeien vaak minder sporten, minder vaak hun zwemdiploma behalen en bovendien een minder goede gezondheid hebben dan hun meerbegaafde leeftijdsgenoten.
De Sportvergoeding Jeugd werd in 2017 geïntroduceerd en heeft sindsdien duizenden kinderen geholpen. In 2024 maakten meer dan 10.000 kinderen gebruik van deze regeling, wat neerkomt op 38 procent van alle kinderen in Amsterdam die in armoede leven. Voor dit jaar verwacht de gemeente zelfs 15.000 aanvragen te ontvangen.
Om de deelname aan sportactiviteiten verder te stimuleren, richt de gemeente zich ook specifiek op het sportaanbod voor meisjes. Uit gegevens blijkt dat meisjes minder vaak lid zijn van een sportvereniging in vergelijking met jongens. Door een aantrekkelijker en beter passend aanbod te creëren hoopt men meer meisjes de kans te geven om actief deel te nemen aan sport.
In aanvulling op de bestaande voorwaarden is de regeling aangepast: waar deze oorspronkelijk bedoeld was voor gezinnen met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum, is dit nu verruimd naar 150 procent. Dit biedt nog meer gezinnen de mogelijkheid om gebruik te maken van de financiële ondersteuning.
De verlenging van de regeling is een belangrijke stap in de strijd tegen kinderarmoede in Amsterdam. Het stelt gezinnen in staat om hun kinderen deel te laten nemen aan sport, wat niet alleen bijdraagt aan hun fysieke gezondheid maar ook aan hun sociale ontwikkeling.