Een student van een Amsterdamse studentenvereniging heeft met succes een kort geding aangespannen om zijn uitsluiting van een Europese debatwedstrijd te voorkomen. De studentenvereniging had deze sanctie opgelegd na beschuldigingen van ongepast gedrag. De rechter oordeelde echter dat de studentenvereniging eerst de student had moeten horen voordat ze een dergelijke beslissing nam.
De beschuldigingen
De student, lid van een studentenvereniging met ongeveer 200 leden, werd in januari geconfronteerd met beschuldigingen van seksuele intimidatie. Tijdens een gesprek met een zogenaamde equity-officer, een aanspreekpunt voor leden die te maken krijgen met grensoverschrijdend gedrag, werd hem verteld dat er meerdere klachten tegen hem waren ingediend.
Eind januari kreeg de student meer details over de klachten. Hij zou ongewenst fysiek contact hebben gemaakt en ongepaste taal hebben gebruikt. Deze incidenten zouden hebben plaatsgevonden in december 2022, januari 2023, februari 2023, september 2023 en op een onbekende datum. Als gevolg hiervan kreeg de student een officiële waarschuwing en werd hij uitgesloten van deelname aan de 25ste editie van de European University Debating Championships.
De rechtszaak
De student schakelde een advocaat in die de studentenvereniging verzocht de sanctie in te trekken. Toen de studentenvereniging hier niet op reageerde, werd een kort geding aangespannen. De student betoogde dat de sancties zijn reputatie zouden schaden en dat hij nog steeds kans maakte om geselecteerd te worden voor het debattoernooi, aangezien de inschrijvingen pas over enkele maanden zouden sluiten.
De uitspraak
De voorzieningenrechter oordeelde dat de sanctie niet op een correcte manier was opgelegd, omdat het principe van hoor en wederhoor was geschonden. De student had slechts beperkte informatie gekregen over de klachten, wat het voor hem bijna onmogelijk maakte om zich te verdedigen. De rechter schorste daarom het sanctiebesluit en veroordeelde de studentenvereniging tot het betalen van bijna 1400 euro aan proceskosten.
De rechter gaf aan dat de studentenvereniging een nieuw besluit kan nemen, maar dat ze dan wel de beschuldigde student moeten horen. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat de uitkomst anders zal zijn, maar het zorgt er wel voor dat de kant van de student in de besluitvorming wordt meegenomen.