Henny Rasker, een trouwe klant van Heen en Weer, heeft een fascinerend verhaal te vertellen. Ze gebruikt de groene Canta van het bedrijf om naar haar huisarts te gaan, maar ook om haar vrijwilligerswerk in de Westerkerk te doen. Maar haar verhaal begint veel eerder, in de jaren ’70, toen ze apotheker was op de Geldersekade.
De Jaren ’70 op de Geldersekade
Rasker herinnert zich de jaren ’70 als een tijd van verandering. “Vrouwen lieten hun honden uit met krulspelden nog in hun haar. Het was een soort schaamteloosheid die ik tot dan toe niet kende,” zegt ze. In die tijd genoten café-eigenaren en pooiers op de Zeedijk een enorm aanzien. Maar alles veranderde in 1971 met de opkomst van de heroïne-epidemie.
De Heroïne-Epidemie
“Plotseling zag je overal jonge mensen die verslaafd waren en rondzwierven. Maar het werd echt te veel toen verslaafden massaal oogdruppelaars begonnen te kopen in de apotheek,” herinnert Rasker zich. Bij gebrek aan naalden maakten sommige heroïneverslaafden een sneetje in hun arm om met een oogdruppelaar heroïne in de wond te druppelen. Dit leidde ertoe dat Rasker en een collega begonnen te onderzoeken of ze naalden konden gaan verkopen in de apotheek.
De Reactie van de Buurt
De buurt was niet blij toen verslaafden de apotheek overspoelden om naalden te kopen. “Achteraf hadden ze gelijk, want de vuile naalden werden overal op straat gegooid,” zegt Rasker. “We wilden alleen maar voorkomen dat mensen hiv opliepen door het gebruik van vuile naalden.” Volgens Rasker deed iedereen in die tijd wat hij of zij dacht dat het beste was.
Het Heden: Vrijwilligerswerk en Heen en Weer
Vandaag de dag gebruikt Rasker de diensten van Heen en Weer om naar haar vrijwilligerswerk in de Westerkerk te gaan. Haar verhaal is een van de vele die worden verteld in de miniserie ‘Heen en Weer’, onderdeel van het programma Damsko.