In 2021 is 91,9 procent van de achtstegroepers ingeloot op een school uit hun top 3. Dit is een daling ten opzichte van vorig jaar, ondanks de afschaffing van alle voorrangsregels om het lotingsysteem te verbeteren. De vereniging van Amsterdamse schoolbesturen (OSVO) geeft aan dat er ook andere factoren meespelen bij de loting, zoals de resultaten van de doorstroomtoets (voorheen eindtoets).
Keuze voor middelbare school
Leerlingen uit groep 8 kiezen, afhankelijk van het middelbare schoolniveau, een top 4, top 6 of top 12 aan voorkeursscholen. Tot vorig jaar hadden leerlingen van Montessori-, Vrije School en Daltonbasisscholen nog voorrang op een middelbare school van hetzelfde type. Ook kregen leerlingen voorrang op een school waar al een broer of zus op zat. Deze regels zijn echter afgeschaft om te zorgen dat alle scholieren gelijke kansen hebben.
Resultaten van de loting
Desondanks is het doel om 99,9 procent van de leerlingen op een school uit hun top 3 te plaatsen, dit jaar verder uit zicht geraakt. Het percentage leerlingen dat op hun eerste voorkeursschool is geplaatst, is zelfs met twee procentpunten gedaald naar 76,12 procent.
Van de 7676 leerlingen die meededen aan de loting zijn er 250 niet eens op een school uit hun top 5 geplaatst. Eén leerling moet zelfs naar hun laatste keuze – dat is er één meer dan vorig jaar.
Factoren die invloed hebben op de plaatsing
Volgens de vereniging van Amsterdamse schoolbesturen hebben er echter meerdere factoren invloed op de plaatsing: dit jaar kunnen de keuzelijstjes anders zijn ingevuld vanwege het wegvallen van de voorrangsregels. Ook maakt het uit hoe de leerlingen hun doorstroomtoets hebben gemaakt. Dit toont aan dat de loting voor middelbare scholen een complex proces is, waarbij verschillende factoren een rol spelen.