Een huurster in West heeft een rechtszaak gewonnen tegen haar verhuurder, die haar nu 9000 euro aan servicekosten moet terugbetalen. De rechtbank oordeelde dat de maandelijkse servicekosten van 150 euro, die bovenop de huur van 800 euro kwamen, niet waren overeengekomen. De huurster had ook een schadevergoeding van 5000 euro geëist wegens ‘verminderd woongenot’, maar deze claim werd door de rechtbank afgewezen.
Onafgesproken servicekosten
De huurster, die sinds april 2018 de kamer huurt, beweerde dat de servicekosten niet waren afgesproken en dat het onduidelijk was waarvoor deze kosten waren bedoeld. Ze had ook nooit een afrekening ontvangen. De verhuurder beweerde tijdens de rechtszaak dat de servicekosten bedoeld waren voor de schoonmaak van het pand, televisie en internet, en zijn eigen parkeerkosten.
Rechterlijke uitspraak
De rechtbank oordeelde dat het gebruikelijk is dat de verhuurder eerst een voorschot op de servicekosten in rekening brengt, omdat de werkelijke kosten niet van tevoren vaststaan. Aan het einde van het boekjaar zou dan een afrekening moeten worden gemaakt waarin een huurder geld terugkrijgt, of meer moet betalen. Echter, de verhuurder kan alleen servicekosten in rekening brengen die zijn afgesproken. De rechter oordeelde dat dit niet het geval was, aangezien dit niet duidelijk was vastgelegd in de huurovereenkomst of de algemene voorwaarden. De verhuurder moet daarom de servicekosten voor de volledige huurperiode van 60 maanden terugbetalen, wat neerkomt op een totaalbedrag van 9000 euro.
‘Verminderd woongenot’
De huurster had ook geklaagd over de omstandigheden van het pand. Ze was ontevreden over de inrichting van de kamer, de hygiëne van de gemeenschappelijke ruimtes en diverse gebreken aan het pand, zoals lekkages, verrotte raamkozijnen en een kapotte verwarming. Deze klachten had ze ingediend bij de huurcommissie, die als gevolg hiervan de huurprijs had verlaagd naar 206 euro per maand, totdat de problemen waren opgelost.
Vanwege het ‘verminderde woongenot’ had de huurster een schadevergoeding van 5000 euro geëist. De rechtbank wees deze claim echter af, omdat het niet duidelijk was of de verhuurder de gebreken bewust niet had verholpen en omdat de huurster niet voldoende had aangetoond dat er schade was ontstaan aan haar bezittingen.