Verhuurder Rappange in hoger beroep over verzakte woningen

De strijd rondom de verzakte woningen aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam West is nog niet gestreden. Verhuurder Rappange heeft besloten om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank die in mei een halt toeriep aan de sloopplannen van de panden.

Huurders winnen rechtszaak

In mei dit jaar kregen de huursters die een rechtszaak hadden aangespannen tegen Rappange gelijk van de rechtbank. De rechter oordeelde dat de woningen niet gesloopt mochten worden, maar dat er een nieuwe fundering en renovatie van de panden moest plaatsvinden. Ondanks deze uitspraak heeft Rappange besloten om in hoger beroep te gaan.

Voortzetting van een langlopende zaak

Deze zaak, die al sinds 2021 loopt, is hiermee nog niet ten einde. Hoewel het enigszins verwacht werd dat Rappange in hoger beroep zou gaan, is het een teleurstelling voor de huursters. Zij hoopten dat de renovatiewerkzaamheden snel zouden beginnen, maar door het hoger beroep is hun terugkeer naar hun woningen opnieuw uitgesteld. “Het is zo jammer dat ze de panden langer laten verwaarlozen”, reageert huurster Fleur Welter op het hoger beroep. De zaak zal op 12 september voor het gerechtshof dienen.

Rechterlijke uitspraak in het voordeel van de huurders

De panden zijn zo verzakt dat de huurders moesten verhuizen vanwege het risico op instorting. Hoewel de huurders hoopten op herstel van de panden, kondigde de verhuurder aan dat de contracten ontbonden zouden worden omdat herstel niet meer mogelijk was. In plaats daarvan zouden er nieuwe appartementen gebouwd worden op dezelfde locatie, maar de voormalige bewoners gaven aan dat ze zo’n luxe flat niet konden betalen. Daarom besloten ze naar de rechter te stappen.

De rechter begreep dat de eigenaar de voorkeur zou kunnen geven aan een ‘economisch voordeliger en duurzamer alternatief’, maar merkte op dat de wettelijke bescherming van de huurders hierbij over het hoofd werd gezien. De rechter oordeelde dat de renovatiewerkzaamheden binnen twee weken moesten beginnen, anders zou er een dwangsom van 500 euro per dag volgen.

Rappange was niet beschikbaar voor commentaar op het hoger beroep.

Plaats een reactie