In een recente uitspraak heeft de rechtbank de 28-jarige Mohamed S. vrijgesproken van brandstichting in het wooncomplex Riekerhaven. Het Openbaar Ministerie (OM) had S. aangewezen als de vermoedelijke dader van de verwoestende brand en had een gevangenisstraf van zes jaar geëist. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om S. te veroordelen.
Onvoldoende bewijs voor veroordeling
De rechtbank gaf aan dat de gebeurtenissen die plaatsvonden in de minuten voorafgaand aan de brand niet konden worden vastgesteld. Bovendien kon uit het onderzoek van de brandweer niet worden opgemaakt wat de oorzaak van de brand was. “Wat er zich in de minuten voor de brand heeft afgespeeld kan niet worden vastgesteld, daarnaast blijkt uit onderzoek van de brandweer ook niet wat de oorzaak van de brand is geweest”, aldus de rechtbank.
Verwoestende brand in Riekerhaven
De brand, die plaatsvond in november vorig jaar, verwoestte een volledig woonblok van 75 appartementen en maakte een ander woonblok van zestig woningen onbewoonbaar. S. werd dezelfde ochtend nog aangehouden. Tijdens eerdere zittingen ontkende hij echter de brand te hebben aangestoken.
Verklaring van Mohamed S.
S. beweerde dat hij net thuis was gekomen toen hij een rookgeur rook. “Toen ik de deur van mijn eigen kamer opende, zag ik dat er een grote brand was. Mijn matras stond in de brand en ik wilde de vlammen blussen, daarom ging ik naar binnen. Ik heb toen geprobeerd het matras om te draaien en de vlammen uit te trappen”, verklaarde hij tegenover de rechtbank.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Volgens het OM was S. wel degelijk de brandstichter. Dit baseerden zij op de getuigenverklaring van de buurvrouw en verklaringen van agenten. “Hij was in de kamer met een brandend matras en daarbij heeft hij niet het alarmnummer gebeld, dat is belastend”, aldus het OM.
Of het OM in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de rechtbank, is nog niet bekend.