Woningcorporaties in Nederland staan voor een uitdaging. Ze moeten de komende jaren mogelijk sociale huurwoningen verkopen om de bouw van nieuwe woningen te financieren. Dit blijkt uit een dringende brief van de corporaties, gemeenten en huurders.
Financiële uitdagingen
Een financiële analyse van bureau Ortec toont aan dat de corporaties moeite hebben om de bouw van bijna 11.000 nieuwe woningen in de komende vier jaar te bekostigen. De huidige huurinkomsten zijn simpelweg niet toereikend, aldus de corporaties.
Daarnaast worden de corporaties geconfronteerd met een dubbele uitdaging. Naast het tekort aan woningen, moeten bestaande woningen ook verduurzaamd worden. Dit wordt benadrukt in de brief.
Verkoop van sociale huurwoningen
De corporaties zien zich mogelijk genoodzaakt om sociale huurwoningen te verkopen of geld te lenen. “Amsterdam heeft de grootste uitdaging in het wegwerken van de E-F-G-labels en het woningtekort. De nieuwbouwopgave is hier ook het grootst.”
De corporaties beloven het aantal verkopen zo laag mogelijk te houden en de verkoop te beperken in gebieden met weinig corporatiebezit. “Maar zonder verkoop zijn de enorme investeringsopgaven in Amsterdam onhaalbaar.”
De verkoop van sociale huurwoningen ligt gevoelig bij de gemeente. In 2019 werd afgesproken om terughoudend te zijn met de verkoop van deze woningen. Na een bijna-verkoop van 140 sociale huurwoningen, gaf Wethouder Zita Pels (Wonen) aan dat deze afspraken niet duidelijk genoeg zijn.
Op zoek naar oplossingen
Meer geld lenen is voor veel woningcorporaties geen optie, omdat ze al aan hun leenlimiet zitten. De partijen kijken nu naar het Rijk voor een oplossing. “Als we nu geen haalbare afspraken maken, leggen we de rekening bij mensen die geen woning kunnen vinden of niet kunnen betalen.”
Er wordt gehoopt dat Den Haag de regels kan versoepelen, zodat corporaties meer geld kunnen lenen. “Zodat zij kunnen blijven werken aan het oplossen van de wooncrisis, met oog voor de betaalbaarheid van de huurders. We hebben elkaar nodig.”