Wrakingsverzoek afgewezen in overvalzaak Dusan Tadic

In de rechtszaak rondom de vermeende overval op voetballer Dusan Tadic, heeft de wrakingskamer besloten dat er geen nieuwe rechters zullen worden aangesteld. De advocaat van de verdachte, Niek Hendriksen, had eerder deze maand een wrakingsverzoek ingediend, maar dit is nu afgewezen.

De overval op Tadic

Tadic, die momenteel voor Fenerbahçe in Turkije speelt, werd in juli 2022 nabij zijn woning aangevallen door twee mannen die vermoedelijk een overval in gedachten hadden. Twee verdachten werden in oktober van datzelfde jaar gearresteerd. Eén van hen werd in februari van dit jaar vrijgesproken van de overval wegens gebrek aan bewijs, maar kreeg wel een straf van zes maanden – waarvan twee voorwaardelijk – voor geweldpleging.

Wrakingsverzoek

De zaak tegen de andere verdachte, een 20-jarige man, is nog in behandeling. Zijn advocaat, Hendriksen, diende begin deze maand een wrakingsverzoek in. Hij beschuldigt de rechter en het Openbaar Ministerie van onderlinge communicatie zonder hem daarvan op de hoogte te stellen.

Hendriksen baseert zijn beschuldiging op camerabeelden die de officier van justitie naar de rechter had gestuurd, zonder hem daarvan op de hoogte te stellen. Bovendien had de officier van justitie de rechter geïnformeerd over welke delen van de camerabeelden relevant waren voor de zaak. Hendriksen ontving deze informatie pas nadat hij er expliciet om had gevraagd.

“De rechter heeft de raadsman voortdurend buiten de communicatie met de officier van justitie gehouden”, aldus Hendriksen. “Hierdoor heeft de rechter de verdediging op het verkeerde been gezet en het openbaar ministerie op meerdere momenten bevoordeeld.”

Afwijzing van het wrakingsverzoek

De wrakingskamer vond de argumenten van Hendriksen echter niet voldoende om de rechter van partijdigheid te beschuldigen. “De raadsman doet diverse aannames en veronderstelt zaken die zijns inziens de partijdigheid van de rechter zouden raken. Deze aannames vinden echter geen enkele steun in de e-mailconversaties.”

Volgens de wrakingskamer is het feit dat de rechter informatie ontving tijdens de voorbereiding van de zaak geen indicatie van bevoordeling. “De raadsman zou uiteraard op de zitting, indien gewenst, de gelegenheid hebben gekregen om opmerkingen te maken over de beelden of te wijzen op bepaalde andere fragmenten of tijdstippen.”

Plaats een reactie