In het stadsdeel Nieuw-West van Amsterdam, is een bijzondere zomerschool in volle gang. Deze school is speciaal opgezet voor kinderen die recentelijk in Nederland zijn aangekomen, vaak als vluchtelingen. Het doel van deze zomerschool is om de kinderen te helpen de Nederlandse taal beter te beheersen en hun kennis tijdens de zomervakantie op peil te houden. “We leren veel en ik maak veel nieuwe vrienden”, zegt Bilal, een van de leerlingen.
Een zomerschool voor nieuwkomers
De zomerschool is geen nieuw concept in Nieuw-West, maar dit jaar is er voor het eerst een speciale afdeling voor nieuwkomers. Loes Kamsteeg, coördinator van de zomerschool, vertelt dat dit initiatief is ontstaan op verzoek van de gemeente. De klassen bestaan uit ongeveer vijftien kinderen, met twee tot drie leraren per klas.
Veel van de kinderen wonen in gemeentelijke opvanglocaties. “Daar is niet veel te doen. Dus hier krijgen ze een basis en doen ze leuke dingen. Het is fijn dat ze niet niets zitten te doen in de zomer”, zegt Kamsteeg.
De kracht van taal
Hoewel de kinderen al enige kennis van het Nederlands hebben, is de voertaal op de zomerschool uitsluitend Nederlands. “Ze praten soms nog in hun eigen taal of Engels met elkaar”, zegt Yvonne Cox, een van de leraren. “Het is veel handen- en voetenwerk en veel herhalen en verwoorden wat je doet.”
Helga Fränkel, een andere leraar, laat de kinderen kijkdozen maken van hun eigen huis. “Dit is mijn huis, dit is mijn bank en de muur is oranje”, probeert een van de kinderen in het Nederlands uit te leggen. “Ik zie echt dat het bijdraagt aan de trots die de kinderen hebben als ze iets nieuws kunnen”, zegt Fränkel. “Als je de taal niet spreekt, word je telkens weer geconfronteerd met je onmacht. Als het dan steeds beter gaat, is dat heel mooi om bij deze kinderen te zien.”
De toekomst van de zomerschool
De zomerschool duurt drie weken, maar de kinderen hoeven niet elke dag te komen. Volgende week is de laatste week van de zomerschool, en volgens Yvonne en Loes heeft het een groot effect gehad. “Anders spreken ze drie weken lang alleen maar hun eigen taal, waardoor het Nederlands sneller wegzakt.”
Loes hoopt dat ze volgend jaar weer nieuwkomers mag verwelkomen: “Ik hoop dat de gemeente het project echt doorzet. Als we nog meer lokalen zouden hebben, zouden we nog veel meer kinderen kunnen helpen!”