Steven Berghuis, de aanvoerder van Ajax, heeft begrip getoond voor de beslissing van de Video Assistant Referee (VAR) om een potentieel gelijkmakend doelpunt tegen sc Heerenveen niet goed te keuren. Ondanks dat de bal de doellijn leek te passeren, was er volgens Berghuis geen overtuigend bewijs op de beelden.
Geen duidelijk bewijs van doelpunt
De VAR, die toegang heeft tot verschillende camerabeelden, kon ook geen bewijs vinden dat de bal daadwerkelijk over de doellijn was gegaan. Hierdoor werd het mogelijke doelpunt dat de stand op 3-3 zou hebben gebracht, niet erkend. Dit resulteerde in een teleurstellende terugreis voor de Amsterdammers, die zonder punten huiswaarts keerden. “Het had mooi onze kant op kunnen vallen, maar het mocht niet zo zijn vandaag”, aldus Berghuis.
Wedstrijd hangt niet af van één moment
Hoewel de beslissing van de VAR een cruciaal moment in de wedstrijd was, benadrukte Ajax-trainer John van ’t Schip dat de uitkomst van de wedstrijd niet van dit ene moment afhing. Volgens hem had het team simpelweg niet sterk genoeg gespeeld vanaf het begin van de wedstrijd. “We zijn gewoon niet goed aan de wedstrijd begonnen. Dat mag ons niet overkomen”, zei Van ’t Schip.
Deze uitspraak onderstreept het belang van een consistente prestatie gedurende de hele wedstrijd, in plaats van te vertrouwen op individuele momenten van succes. Het is een herinnering dat in voetbal, net als in vele andere sporten, het uiteindelijke resultaat vaak een reflectie is van de algehele prestatie van het team, en niet alleen van individuele momenten van briljantie of pech.