Geertjan van Oosten, een gerenommeerde advocaat uit Amsterdam-Zuid, heeft een verzoek ingediend bij de Amsterdamse deken van de Orde van Advocaten om een tuchtprocedure te starten tegen Khalid Kasem, een voormalige advocaat. Van Oosten beweert dat Kasem de reputatie van zijn advocatenkantoor heeft geschaad, zowel direct als indirect.
De beschuldigingen tegen Kasem
Kasem was vroeger werkzaam bij het kantoor van Van Oosten. Onlangs kwam hij in het nieuws toen het AD berichtte dat hij een ambtenaar zou hebben omgekocht om een cliënt vervroegd vrij te krijgen uit de gevangenis. Dit nieuws was gebaseerd op geluidsopnames. Kasem zou tijdens deze opnames ook hebben beweerd dat dergelijke praktijken gangbaar waren tijdens zijn tijd bij het kantoor van Van Oosten, met de woorden: “We deden niet anders, dit soort trucs toepassen om mensen er eerder uit te krijgen of te helpen”.
Van Oosten ontkent de beschuldigingen
Van Oosten heeft in een reactie aan De Telegraaf de beschuldigingen van Kasem stellig ontkend. Hij noemt ze ‘volledig uit de lucht gegrepen’ en ‘volstrekt onwaar’. Hij voelt zich in zijn eer en goede naam aangetast door de uitspraken van zijn voormalige collega en heeft daarom de deken van de Orde van Advocaten verzocht om een tuchtprocedure te starten.
De mogelijke gevolgen van een tuchtprocedure
Een tuchtprocedure kan ernstige gevolgen hebben voor een advocaat. Het kan leiden tot een berisping, schorsing of zelfs uitsluiting van de beroepsgroep. Het is nu aan de deken van de Orde van Advocaten om te beslissen of er voldoende grond is om een dergelijke procedure te starten tegen Kasem. Het is nog onduidelijk wanneer deze beslissing genomen zal worden.