De opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam heeft een verhit debat aangewakkerd over de grenzen van het demonstratierecht. De vraag of de demonstranten te dichtbij stonden tijdens de opening, of dat dit een essentieel onderdeel is van ons recht op vrije meningsuiting, heeft de lokale politiek verdeeld.
Protesten tijdens de opening
De opening van het museum trok veel aandacht, met onder andere de Israëlische president Herzog als genodigde. Dit leidde tot protesten, wat weer tot verontwaardigde reacties leidde. De VVD heeft een spoeddebat aangevraagd met de burgemeester, omdat zij van mening zijn dat de demonstratie niet op deze manier had mogen plaatsvinden.
“Het was geen waardige opening op deze manier”, aldus VVD-fractievoorzitter Daan Wijnants. “Demonstranten stonden te dicht bij de opening, waardoor Holocaust-overlevenden geconfronteerd werden met allerlei leuzen. Dit is niet hoe je dit als gemeente moet organiseren.”
Reacties van andere partijen
Sheher Khan, fractievoorzitter van Denk, was aanwezig bij de demonstratie op het Waterlooplein. Hij is van mening dat mensen die het niet eens zijn met de demonstranten er wel ‘kennis van moeten kunnen nemen’. Khan betreurt het dat Joodse mensen last hebben gehad van de demonstratie, maar benadrukt dat het protest gericht was tegen de Israëlische president, niet tegen de Joodse bezoekers.
Rob Hofland, fractievoorzitter van D66, stelt dat demonstranten zelf kunnen kiezen hoe ze hun recht op demonstratie invullen. Hij vindt niet dat de afstand te klein was. “Het mag op gezichts- en gehoorsafstand, dat is ook gebeurd. De wet laat niet veel ruimte om dat op een andere manier te doen.”
PvdA-fractievoorzitter Lian Heinhuis deelt een soortgelijke mening. “De locatie van demonstraties bepalen is niet aan de politiek, maar ik wil wel benadrukken dat de plek waar de demonstratie nu was, ook verantwoordelijkheid met zich meebrengt voor de demonstranten, gezien de emotionele lading van de opening van dit belangrijke museum.”
Bestuurlijk lef
Wijnants pleit voor ‘bestuurlijk lef’. “Als de demonstranten een paar tientallen meters verder waren geplaatst, was al veel leed bespaard.”
De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding omschrijft het luide geschreeuw en gejoel tijdens de opening als een ‘intimiderend en angstaanjagend tafereel’. “Demonstreren is een grondrecht, maar met respect voor de slachtoffers en de nabestaanden van de Holocaust doe je niemand te kort.”
Het debat met burgemeester Halsema zal waarschijnlijk plaatsvinden op 21 maart tijdens de commissievergadering Algemene Zaken.