Eid al-Fitr: Een viering met een bitterzoete bijsmaak

De heilige maand van de ramadan is afgelopen, wat betekent dat moslims wereldwijd Eid al-Fitr, beter bekend als het Suikerfeest, vieren. Maar voor de Palestijnse Amsterdammer Sliman Abu Amara is het dit jaar een ingetogen viering, gekleurd door de zorgen om zijn familie in Gaza.

Solidariteit door vasten

Abu Amara heeft niet alleen tijdens de ramadan, maar al maandenlang dagelijks zijn gedachten bij zijn familieleden en alle andere getroffenen in Gaza. Voor het eerst in 25 jaar heeft hij besloten weer te vasten, uit solidariteit met de mensen daar. “De ramadan heeft me echt dichter bij hen gebracht”, zegt hij. “Ik heb honger ervaren en was geschokt dat ik moeite had met de laatste drie uur van de dag. Zij moeten dit de hele tijd doorstaan, maandenlang.”

Deze zorgen zijn ook de reden waarom hij vandaag niet uitbundig viert. “Elke ochtend wakker worden en meteen controleren of je familie nog leeft. Dat is een ongekend gevoel. Dit jaar is het feest met een enorme bijsmaak van verdriet.”

Feestelijke bijeenkomst bij de Al-Kabir Moskee

Aan de Weesperzijde, bij de Al-Kabir Moskee, zijn meer dan 2000 moslims samengekomen om Eid al-Fitr te vieren. De viering begint met een gebed, gevolgd door een lezing, en daarna wordt het Suikerfeest gezamenlijk gevierd bij de moskee. “Als je naar buiten komt en je ziet de blauwe lucht en de zon schijnen, en iedereen hier lacht, is blij”, beschrijft bezoeker Marouane de sfeer. “Er is geen fijner gevoel dan dat.”

Hoewel de feeststemming bij de Al-Kabir Moskee groter is dan bij Abu Amara thuis, is er ook daar een diep gevoel van dankbaarheid. Zijn gedachten zijn al tijden bij zijn familieleden, voor wie hij hoopt dat ze veilig blijven. “Wat de ramadan mij heeft teruggegeven, daar ben ik ook heel dankbaar voor, is het mentale verzet tegen de genocide”, zegt Abu Amara. “Ik voel me gesterkt.”

Van diepe gedachten naar lichte maaltijden

Tegelijkertijd is er bij de Al-Kabir Moskee ook ruimte voor lichtere gedachten. “Nu heb ik het meeste zin om een lekkere couscous te eten”, zegt Zakaria. Een aantal mannen die uit de moskee komen, geven toe dat ze nog niet echt honger hebben. Dat geldt ook voor Marouane. “Nee, ik ook eigenlijk niet”, lacht hij. “Het voelde heel raar toen ik vanmorgen opstond en een glaasje water mocht drinken. Een heel apart gevoel.”

Plaats een reactie