In het Wertheimpark, bij het monument Nooit Meer Auschwitz, sprak burgemeester Halsema tijdens de Nationale Holocaust Herdenking. Ze benadrukte de noodzaak om de gruwelen van de Holocaust te herinneren als een waarschuwing voor de mensheid. Haar woorden waren een oproep om de gevolgen van haat, uitsluiting, racisme en discriminatie te blijven herinneren en bestrijden.
Herdenking en stille tocht
De herdenking begon om 11.00 uur met een stille tocht vanaf het stadhuis naar het Spiegelmonument. Om 11.30 uur werden er kransen gelegd, gevolgd door toespraken van verschillende sprekers, waaronder Jacques Grishaver, voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, demissionair premier Mark Rutte en burgemeester Halsema. Dit jaar markeert de 79e verjaardag van de bevrijding van het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz.
De woorden van Primo Levi
Halsema haalde de woorden aan van Auschwitz-overlevende Primo Levi. Ze citeerde: “Auschwitz is buiten ons, maar hangt overal om ons heen, in de lucht. De plaag is verdwenen, maar de besmetting blijft aanwezig en het zou dwaas zijn om het te ontkennen.” Ze benadrukte dat Levi’s woorden, uitgesproken in 1968, vandaag de dag nog steeds relevant zijn.
Bezoek aan Auschwitz
Halsema sprak over haar recente bezoek aan Auschwitz met 17 Amsterdamse jongeren. Ze beschreef hoe de abstractie van haar kennis over de Holocaust werd vervangen door de harde realiteit van de overblijfselen van de slachtoffers. Ze sprak over bergen menselijk haar, opgehoopte pannen, brillen en stapels schoenen en koffers. Ze benadrukte de moeilijkheid om de juiste woorden te vinden om het leed van de slachtoffers te beschrijven.
Antisemitisme vandaag
Halsema sprak ook over het toenemende antisemitisme in Nederland en Amsterdam. Ze benadrukte dat de genocide op Joden, Roma en Sinti onvergelijkbaar is met enig ander moment in de geschiedenis. Ze herhaalde dat het een waarschuwing is voor de hele mensheid, nu en in de toekomst, over de gevolgen van haat, uitsluiting, racisme en discriminatie.
Volgens Halsema is er maar één moreel kompas: “Dat kompas is, dat we ons in onze verhouding tot de ander, altijd die ene vraag moeten blijven stellen: Is dit een mens?”