Heen en Weer Centrum: Een unieke rit door Amsterdam

De straten van Amsterdam zijn sinds kort een stuk toegankelijker voor minder mobiele inwoners, dankzij de inspanningen van de Stichting Heen en Weer Centrum. Voor slechts één euro kunnen deze Amsterdammers zich laten vervoeren van punt A naar punt B in de stad, aan boord van kleine groene elektrische Canta’s. Deze unieke service heeft al geleid tot talloze bijzondere ontmoetingen en verhalen, die nu worden vastgelegd in de miniserie ‘Heen en Weer’ van Damsko.

De eerste rit: Karin en Henny

In de eerste aflevering van de serie maken we kennis met chauffeur Karin Pastoor en haar passagier Henny Rasker. Karin en Henny hebben al vaker samen gereden naar de huisarts van mevrouw Rasker op de Kalkmarkt. “Ik vind het zo leuk om die ritjes met haar te maken”, zegt Karin. “Ik houd van geschiedenis, en mevrouw Rasker weet veel en houdt van vertellen.”

Tijdens hun ritten door de stad deelt Henny allerlei interessante feitjes en verhalen over Amsterdam. Zo legt ze uit dat de Schreierstoren op de Prins Hendrikkade niets te maken heeft met huilende vrouwen, maar eerder met de locatie van het bouwwerk. “Mijn man was vroeger lid van het Gilde Amsterdam, en ook gids. Door hem weet ik zoveel over de oude binnenstad”, vertelt Henny.

Een uitkomst voor minder mobiele Amsterdammers

Voor Henny is de service van Heen en Weer Centrum een ware uitkomst. “Met Heen en Weer word je helemaal tot de deur gebracht en gehaald.” Voorheen moest ze gebruik maken van het Aanvullend Openbaar Vervoer, waarbij meerdere klanten tegelijk worden opgehaald en je soms met een omweg naar je bestemming wordt gebracht. “Ik heb het een keer meegemaakt dat ik via Noord naar Zuid ben gebracht. Ik dacht ach ja, dan zie ik Amsterdam-Noord ook weer een keer.”

De miniserie ‘Heen en Weer’ belooft een boeiende kijk te bieden op de unieke verhalen en ontmoetingen die plaatsvinden in de groene Canta’s van het Heen en Weer Centrum. Het is een prachtige manier om de rijke geschiedenis en cultuur van Amsterdam te verkennen, terwijl het ook de toegankelijkheid van de stad voor minder mobiele inwoners verbetert.

Plaats een reactie