Malcolm de Jong, een voormalige bewoner van het Startblok Riekerhaven containercomplex in Amsterdam, heeft een jaar na de verwoestende brand die zijn huis verwoestte, zijn leven weer op de rails. De brand, waarvan het Openbaar Ministerie (OM) vermoedt dat het brandstichting was, verwoestte 75 appartementen en maakte een ander blok van 60 woningen onbewoonbaar. De verdachte, Mohamed S., een medebewoner van het complex, staat momenteel terecht, met het OM dat zes jaar gevangenisstraf eist.
Herstel en wederopbouw
In zijn nieuwe appartement in de Spaarndammerbuurt, dat hij kon huren dankzij woningcorporatie De Key, vertelt Malcolm over zijn herstelproces. Hoewel de eerste dagen na de brand moeilijk waren – hij sliep op een luchtbed – voelt zijn nieuwe woning nu als thuis. Hij heeft ook weer werk gevonden in de thuiszorg. Malcolm, die vier jaar geleden van Almere naar Amsterdam verhuisde, is duidelijk weer op de been.
Maar hij erkent dat zijn herstel niet vanzelfsprekend was. Hij wijst op het belang van zijn netwerk in zijn herstelproces en merkt op dat andere voormalige bewoners, waaronder statushouders, die niet zo’n netwerk hebben, het veel moeilijker hebben gehad om hun leven weer op te bouwen.
De rechtszaak
Malcolm volgt de rechtszaak tegen Mohamed S. op de voet, hoewel hij toegeeft dat het soms confronterend is. Hij vindt het moeilijk te geloven dat de verdachte beweert dat hij de brand niet bewust heeft gesticht. Toch is Malcolm niet langer boos. In plaats daarvan hoopt hij dat er lessen worden getrokken uit de brand.
“Ik hoop dat er meer aandacht kan komen voor dit soort verhalen. Ik denk dat je kan voorkomen dat dit gebeurt, als je op tijd signaleert dat iemand hulp nodig heeft,” zegt hij. Malcolm’s verhaal is een krachtig voorbeeld van veerkracht en herstel, en een oproep tot meer bewustzijn en preventie om dergelijke tragedies in de toekomst te voorkomen.