Op 10 oktober wordt er jaarlijks stilgestaan bij de moedige strijd van de Marrons in Suriname, die zich in 1760 al bevrijdden van de Nederlandse slavenhouders. Dit was meer dan een eeuw voor de officiële afschaffing van de slavernij. Voor het eerst werd deze dag herdacht bij het Slavernij Monument in het Oosterpark.
De trots van de Marron-gemeenschap
Gordon Sana, een vertegenwoordiger van de jongere generatie Marrons, sprak vol trots tijdens de herdenking. “Ik sta hier met trots omdat ik met mijn borst vooruit kan staan”, zei hij. In Nederland wonen ongeveer 11.000 nazaten van de groep tot slaaf gemaakten die ontsnapten uit de plantages, zich vestigden in het oerwoud en van daaruit aanvallen bleven uitvoeren op het koloniaal bestuur. Uiteindelijk dwongen ze een vredesverdrag en hun vrijheid af.
De strijd voor vrijheid
“Wij kiezen voor onze vrijheid. Mijn voorouders hebben echt gestreden voor dat wat er vandaag veranderd is in onze Grondwet”, zei initiatiefnemer Ruben Pinas. Naast de viering van Keti Koti op 1 juli in het Oosterpark, is er ook de herdenking op 10 oktober. Ondanks de gedeelde strijd tegen anti-zwart racisme, bestaat er binnen de Surinaamse gemeenschap verdeeldheid. De Marron-gemeenschap wordt, zowel in Suriname als in Nederland, niet altijd volledig erkend.
De roep om erkenning
Linda Nooitmeer, voorzitter van NiNsee, begrijpt dit gevoel van ongelijkheid. “Ik kan me dat gevoel heel goed voorstellen”, zei ze. “Maar we hebben altijd bij de herdenking ervoor gezorgd dat de krans van de voorouders gelegd wordt ook door iemand uit de Inheemse gemeenschap en ook door de Marron-gemeenschap. Maar ik denk dat het ‘betrekken’ nog veel meer zijn uitwerking mag krijgen.”
Het dilemma van excuses
Deze roep om erkenning was ook de reden waarom Pinas en zijn groep voor het eerst bij het Slavernijmonument neerstreken. Ze willen meepraten over hoe de toekomst eruit moet zien, na de excuses van Mark Rutte voor het slavernijverleden. “Ik zat even in een dilemma na die excuses”, zei Pinas. “Heb ik daar wel iets mee? Puur ook omdat mensen er heel snel geld aan koppelen. En daar zijn wij niet van. Wij zijn meer van perspectief, we willen vooruitgang. Want we leven in een samenleving waarin diversiteit en inclusie nog niet eens is neergedaald.”