Een 32-jarige man is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het bezit van een omgebouwd geladen pistool, ghb en lachgas. De man had deze items opgeslagen in zijn huis, waar ook zijn zesjarige zoon woonde. De rechtbank merkte op dat de man geen stappen had ondernomen om deze items buiten het bereik van zijn kind te houden.
Politieonderzoek leidt tot ontdekking
De politie onderzocht de woning van de man na een tip dat hij mogelijk een vuurwapen in zijn bezit had. Het wapen werd ontdekt in de kledingkast van de man. Daarnaast vond de politie vier flessen met in totaal ongeveer 1,9 liter roze vloeistof, vermoedelijk ghb, in een doos naast zijn bed.
Op het balkon van de woning werden ook zeven flessen lachgas aangetroffen. Hoewel de man beweerde dat deze flessen leeg waren, vond de rechtbank deze bewering ongeloofwaardig, aangezien sommige flessen nog steeds een afdekdop hadden. Bovendien zou de man in minder dan een week tijd ongeveer 1750 ballonnen lachgas hebben moeten gebruiken als de flessen inderdaad leeg waren. De rechtbank concludeerde dat er waarschijnlijk nog 5 tot 10 liter lachgas in de flessen aanwezig was.
Rechterlijke uitspraak
De man was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor het bezit van een vuurwapen en het overtreden van de Opiumwet. De rechtbank merkte op dat deze eerdere veroordeling hem er niet van had weerhouden om opnieuw dergelijke misdrijven te plegen.
Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met verschillende factoren. De man heeft een drugsprobleem en is bereid om hiervoor behandeling te zoeken. Daarnaast heeft hij een eigen bedrijf en is hij de alleenstaande ouder van een minderjarig kind. De rechtbank legde de bijzondere voorwaarden op die de reclassering had geadviseerd, waaronder ambulante begeleiding en medewerking aan drugscontroles.