De ouders van de 23-jarige Sammy Baker, die in augustus 2020 door politieagenten in Nieuw-West werd doodgeschoten, hebben aangifte gedaan tegen de betrokken agenten. Ondanks dat het Openbaar Ministerie eerder besloot de agenten niet te vervolgen, gelooft de familie dat er voldoende bewijs is om aan te tonen dat de agenten niet uit zelfverdediging handelden. Het Openbaar Ministerie heeft bevestigd de aangifte te hebben ontvangen.
Onafhankelijk onderzoek
Kai Baker, een familielid van Sammy, vertelde aan AT5 dat de familie zelf het onderzoek heeft uitgevoerd dat het Openbaar Ministerie en de rijksrecherche niet hebben gedaan. Met de hulp van hun advocaten en diverse deskundigen, geloven ze dat ze een sterke zaak hebben.
Er zijn in totaal drie onderzoeken uitgevoerd, waarvan twee in het kader van een civiele zaak tussen de ouders en de politie. Daarnaast heeft het Britse onderzoeksbureau Forensic Architecture, in opdracht van de familie, een reconstructie gemaakt van de gebeurtenissen die leidden tot de dood van Sammy.
Verantwoording en preventie
De ouders van Sammy willen dat de betrokken agenten strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van hun zoon. Ze hopen ook toekomstige sterfgevallen te voorkomen van mensen die in psychische nood verkeren door het optreden van de politie. Ze geloven dat hun aangifte kan bijdragen aan deze doelen. Ze delen dat ze nog elke dag worstelen met het verlies van hun zoon.
Onjuiste verklaringen en onnodig geweld
Frederieke Dölle, de advocaat van de nabestaanden, stelt dat het videobewijs aantoont dat bepaalde verklaringen van de agenten niet kloppen. Ze wijst er ook op dat Sammy op zijn rug lag, met zijn benen omhoog en zijn schouders op de grond, vlak voordat hij werd doodgeschoten. Volgens haar vormde hij in die positie geen gevaar voor de agenten en hadden ze de mogelijkheid om achteruit te stappen in plaats van op Sammy te schieten.
De familie gelooft dat dit voldoende reden is om het Openbaar Ministerie te vragen de zaak opnieuw te bekijken. Ze voelen zich zelfverzekerd en geloven dat ze een doel hebben bereikt. Ze vragen het Openbaar Ministerie om de aangifte te laten behandelen door een ander parket dan Amsterdam en om een nieuw opsporingsonderzoek te laten uitvoeren en de vervolging van de agenten te heroverwegen.