Wethouder Hester van Buren, verantwoordelijk voor Lucht- en Zeehaven, heeft haar teleurstelling geuit over het besluit van minister Mark Harbers van Infrastructuur om de geplande inkrimping van Schiphol niet door te zetten. Volgens Van Buren was de krimp een uitdrukkelijke wens van het stadsbestuur en is het uitblijven ervan een tegenslag voor de omgeving en de duurzaamheidsdoelstellingen van de luchtvaart.
Impact op omgeving en duurzaamheid
Van Buren stelt dat de overlast voor de omgeving door het uitblijven van de krimp groot blijft. Bovendien wordt de verduurzaming van de luchtvaart hierdoor op de lange baan geschoven. Ze benadrukt dat er geen rechtsherstel is voor de omwonenden van Schiphol. Volgens de wethouder zou er een balans moeten zijn tussen Schiphol en de omgeving, maar is die er op dit moment niet.
Verdragen en beleid
Van Buren wijst op verdragen uit het verleden die uitgaan van groei en die nu een obstakel vormen voor maatregelen om de impact op de omgeving te verminderen. Ze stelt dat deze verdragen het vertrouwen in het luchtvaartbeleid ondermijnen. “Amsterdam blijft pleiten voor minder vluchten en minder uitstoot van emissie. De tijden zijn veranderd en de urgentie voor het klimaat en de leefomgeving is te groot. We hopen dat het nieuwe kabinet hier werk van maakt.”
Invloed van de Verenigde Staten
Het besluit van Harbers om de krimp van Schiphol niet door te voeren, is mede genomen onder druk van de Verenigde Staten. De VS stelt dat de krimp discriminerend en concurrentieverstorend zou zijn voor luchtvaartmaatschappijen. Dit voegt een internationale dimensie toe aan de discussie over de toekomst van Schiphol.