De 42-jarige Cetin K. is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar voor de moord op zijn voormalige partner. Het lichaam van de vrouw uit Amsterdam werd vorig jaar zomer ontdekt in het recreatiegebied Spaarnwoude, met een kogelwond in haar hoofd. Hoewel K. de moord blijft ontkennen, toonde de rechtszaak aan dat hij jarenlang pogingen ondernam om de vrouw te controleren, isoleren en vernederen.
De ontdekking van het lichaam
Op 15 juni 2022 ontdekte de politie het lichaam van de 35-jarige vrouw in Spaarnwoude. De ouders van de vrouw hadden de politie gealarmeerd nadat ze midden in de nacht een angstig telefoontje van hun dochter hadden ontvangen. Ze vroeg hen om haar op te halen in Spaarnwoude, en de stem van de verdachte was op de achtergrond te horen. Kort na dit telefoontje werd de verbinding verbroken door een angstige kreet van de vrouw. Na een nacht vol angst en onzekerheid, bevestigde de politie dat hun dochter was gevonden in het recreatiegebied.
Ontkenning van de verdachte
Tijdens de rechtszaak ontkende K. dat hij de vrouw had vermoord. Hij beweerde dat hij haar levend had achtergelaten in Spaarnwoude na een avondje uit en een ruzie. Haar lichaam werd de volgende ochtend door de politie in het water gevonden.
Een geschiedenis van geweld
Volgens de ouders van de vrouw en een reconstructie van de politie, had K. zijn vriendin door de jaren heen herhaaldelijk mishandeld. Ze hadden vanaf 2007 ongeveer anderhalf jaar een relatie, maar K. bleef haar daarna lastigvallen. Hij zou haar onder andere hebben geslagen, in brand hebben gestoken en bedreigd. Op het moment van haar dood herstelde ze nog van een gebroken rib.
De vrouw voelde zich zo onder druk gezet door K. dat ze steeds weer bij hem terugkwam. Ze wilde definitief een einde aan de relatie maken toen K. haar benen met benzine overgoot en in brand stak. K. accepteerde dit niet en probeerde haar terug te winnen. In de aanloop naar haar dood stuurde hij haar verschillende dreigende berichten.
De eis van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie eiste twee weken geleden 18 jaar cel en tbs tegen K., op basis van bewijs van femicide. Volgens het OM wijzen de turbulente relatiegeschiedenis, getuigenissen van de avond van de moord, locatiegegevens van de verdachte en sporen op een kogel en een huls op een ‘berekenende en doelmatige’ moord. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.