In een verrassende wending heeft de rechtbank de voorlopige hechtenis van Mohamed S., die verdacht wordt van het aansteken van een verwoestende brand in het containercomplex Riekerhaven, opgeheven. Ondanks de eis van het Openbaar Ministerie (OM) voor een gevangenisstraf van zes jaar, heeft de rechtbank besloten de 28-jarige S. vrij te laten na de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Reden voor vrijlating nog onbekend
De rechtbank heeft aangegeven dat de reden voor de opheffing van de voorlopige hechtenis van S. verder zal worden toegelicht tijdens de uitspraak op 27 november. S. ontkent dat hij verantwoordelijk is voor de brand die vorig jaar november een volledig woonblok van 75 appartementen in het wooncomplex Riekerhaven in Nieuw-West verwoestte. Een ander woonblok van zestig woningen werd onbewoonbaar verklaard. S. werd dezelfde ochtend nog aangehouden.
Verklaring van de verdachte
Volgens S. kwam hij die ochtend thuis en rook hij een brandgeur. Hij beweert dat hij de brand ontdekte toen hij zijn eigen kamer binnenkwam en zag dat zijn matras in brand stond. Hij probeerde de vlammen te blussen door het matras om te draaien en de vlammen uit te trappen. Het OM beweert echter dat S. de brandstichter is, gebaseerd op getuigenverklaringen en het feit dat hij niet het alarmnummer belde.
Impact op slachtoffers
Tijdens de rechtszaak maakten verschillende slachtoffers gebruik van hun spreekrecht, waarbij ze de verwoestende impact van de brand op hun leven uiteenzetten. Een van de bewoners van het wooncomplex vertelde hoe ze haar kat en haar huis verloor door de brand, en vroeg om een schadevergoeding van 20.000 euro.
Veiligheidsmaatregelen na de brand
Na de brand werden er op advies van de brandweer extra veiligheidsmaatregelen genomen in het containercomplex Riekerhaven. Deze maatregelen omvatten het controleren en repareren van alle rookmelders, het installeren van een brandmeldinstallatie in alle gemeenschappelijke ruimtes en gangen, en het inzetten van brandwachten die permanent aanwezig zijn op het complex.
Hoewel de rechtbank normaal gesproken twee weken na de inhoudelijke behandeling uitspraak doet in een zaak, heeft de rechtbank vanwege het aantal vorderingen van slachtoffers meer tijd nodig. De uitspraak staat daarom gepland op 27 november.