In de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog speelden de trams van Amsterdam een onheilspellende rol in de deportatie van tienduizenden Joden. Deze tragische geschiedenis wordt belicht in de film ‘Verdwenen Stad’, die van 20 april tot 10 mei gratis beschikbaar wordt gesteld door de gemeente Amsterdam, het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) en het Eye Filmmuseum.
De Rol van de Trams
De film, gebaseerd op jarenlang onderzoek door auteur Guus Luijters en filmmaker Willy Lindwer, onthult dat 900 trams werden ingezet om Joden vanuit gevangenissen naar treinstations te vervoeren. De bezetter huurde deze trams speciaal in, waarvoor het GVB facturen stuurde – 24 in totaal. De rol van het GVB in deze deportaties bleek groter dan eerder gedacht.
Teruggave van Geld
Naar aanleiding van de film hebben de gemeente en het GVB besloten om het geld dat met de deportaties werd verdiend, terug te geven. Het gaat om een bedrag van omgerekend 61.000 euro, dat door de gemeente is afgerond naar 100.000 euro. Burgemeester Femke Halsema benadrukt dat dit bedrag niet bedoeld is als schadevergoeding, maar als teruggave van ‘geld dat de gemeente nooit had mogen ontvangen’.
Gedenktekens en Filmvertoning
Naast de teruggave van het geld, krijgen de tramhaltes waar Joden moesten instappen een gedenkteken. De film ‘Verdwenen Stad’ wordt ook gratis beschikbaar gesteld op de Eye Film Player van 20 april tot 10 mei. Burgemeester Halsema moedigt vooral Amsterdamse docenten aan om de film samen met hun leerlingen te bekijken.
Lopend Onderzoek
Op verzoek van de burgemeester werkt het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) sinds 2020 aan een breder onderzoek naar de deportatie van Joodse Amsterdammers in de Tweede Wereldoorlog. Hierbij worden ook andere diensten van de gemeente onderzocht. De resultaten van dit onderzoek worden begin volgend jaar verwacht, waarna de gemeente zal bepalen of er opnieuw geld moet worden teruggegeven.