In 2023 werden er minder woningen gebouwd dan het stadsbestuur had gepland. Volgens wethouder Reinier van Dantzig, verantwoordelijk voor woningbouw, werden er slechts 5000 nieuwe woningen in aanbouw genomen, terwijl het doel was om 7500 woningen te bouwen.
Oorzaken van de achterstand
De gemeente wijst naar verschillende factoren die hebben bijgedragen aan de lagere productie van woningen. De stijgende inflatie, hogere bouwkosten en lagere opbrengsten hebben de bouw van nieuwe woningen bemoeilijkt. Ondanks deze uitdagingen, was het aantal woningen dat in aanbouw werd genomen nog steeds hoger dan de voorspellingen die eerder in 2023 werden gedaan.
Maatregelen om de bouw te stimuleren
Wethouder Van Dantzig heeft aangegeven dat hij vreest dat ook dit jaar de doelstelling niet zal worden gehaald. Om dit te voorkomen, heeft de gemeente verschillende maatregelen genomen. Er is een ‘doorbouwakkoord’ gesloten met woningcorporaties, projectontwikkelaars, bouwbedrijven en investeerders om de bouw van nieuwe woningen te blijven stimuleren.
Ondanks de tegenslagen, is Van Dantzig niet ontevreden. Hij benadrukt dat de situatie beter is dan tijdens eerdere crisisjaren, dankzij de inspanningen van alle betrokken partijen.
Verdeling van de nieuwe woningen
Van de 5000 woningen die in 2023 in aanbouw werden genomen, waren er 2809 bestemd voor sociale huur. Daarnaast werden er 731 dure huurwoningen, 314 woningen in het middensegment en 1300 koopwoningen gebouwd. Opvallend is dat slechts 45 van de koopwoningen minder dan 355.000 euro kosten.
Deze cijfers tonen aan dat er nog steeds een grote behoefte is aan betaalbare woningen. Het stadsbestuur zal daarom blijven werken aan het stimuleren van de bouw van nieuwe woningen, ondanks de uitdagingen die zich voordoen.