De gemeente Amsterdam heeft 18 miljoen euro ontvangen van het ministerie van Binnenlandse Zaken om de bouw van woningen te versnellen. Hoewel de wethouder van Woningbouw, Reinier van Dantzig, blij is met de financiële injectie, had hij gehoopt op een groter bedrag.
Startbouwimpuls: een helpende hand voor woningbouw
De financiële steun komt via het Startbouwimpuls, een initiatief bedoeld om stagnerende woningbouwprojecten nieuw leven in te blazen. Echter, het bedrag dat naar Amsterdam gaat, is aanzienlijk lager dan de 112 miljoen euro waar de gemeente om had gevraagd.
“We zijn dankbaar voor elke euro uit Den Haag”, zegt Van Dantzig. “Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. Zonder structurele financiering blijft het een enorme uitdaging om door te bouwen, vooral in een stad als Amsterdam.”
De uitdagingen van de woningbouw
Volgens de wethouder is de 18 miljoen euro ontoereikend en ontbreekt het aan structurele financiering. “We staan hier voor een enorme uitdaging. Corporaties kampen met een tekort aan geld door gestegen rente en bouwkosten. Ook ontwikkelaars hebben hiermee te maken.”
Door factoren zoals stijgende rente en hogere energieprijzen is investeren in nieuwbouw minder aantrekkelijk geworden. Hierdoor zal de gemeente haar doel om in 2023 7500 nieuwe woningen te bouwen, waarschijnlijk niet halen. De verwachting is dat er dit jaar niet meer dan 4500 woningen gebouwd zullen worden.
Verdeling van de financiële steun
In totaal verdeelt het Rijk ongeveer 300 miljoen euro over 145 verschillende gemeenten. 80 procent van dit geld moet worden geïnvesteerd in woningen die betaalbaar zijn voor mensen met een laag of middeninkomen. Per woning wordt gemiddeld 10.000 euro beschikbaar gesteld.
In Amsterdam zal het geld worden verdeeld over veertien verschillende woningprojecten, die samen goed zijn voor 2105 woningen. Amsterdam ontvangt het vierde grootste bedrag, na Rotterdam (26,7 miljoen euro), Den Haag (25,7 miljoen euro) en Utrecht (19,2 miljoen euro).