In de vroege dagen van november leidde burgemeester Femke Halsema een groep jongeren op een reis naar Auschwitz, het beruchte concentratie- en vernietigingskamp uit de Tweede Wereldoorlog. Deze reis was bedoeld om de jongeren bewust te maken van de gruwelijkheden die daar hebben plaatsgevonden en om de kennis over de Holocaust, die steeds meer lijkt te vervagen, te versterken.
De noodzaak van herinnering
Auschwitz, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan een miljoen Joden en tienduizenden Polen, Roma en Sinti werden vermoord, is een symbool van de gruwelijkheden van de Holocaust. Onder de slachtoffers waren ook 60.000 Nederlanders. De reis van Halsema en de jongeren naar deze plek was een reactie op de zorgwekkende trend van het bagatelliseren en zelfs ontkennen van de Holocaust, vooral onder jongeren.
De reis naar het verleden
De reis begon op 6 november met een bezoek aan de Poolse stad Krakau. Deze stad, die tijdens de oorlog een belangrijke rol speelde, diende als een inleiding op de gruwelijkheden die de groep de volgende dag zou aanschouwen. Op 7 november bracht de groep, onder leiding van burgemeester Halsema, een bezoek aan Auschwitz, het grootste concentratie- en vernietigingskamp van de nazi’s.
De impact van de reis
De reis naar Auschwitz was een krachtige en emotionele ervaring voor de jongeren. Het was een directe confrontatie met de gruwelijkheden van de Holocaust en een herinnering aan de noodzaak om deze donkere periode in de geschiedenis nooit te vergeten. Het doel van de reis was om de jongeren te informeren en te sensibiliseren over de Holocaust en de gevolgen ervan, in de hoop dat zij deze kennis zullen doorgeven aan toekomstige generaties.