Controverse rondom Indië-herdenking op de Dam

De jaarlijkse Indië-herdenking op de Dam in Amsterdam was dit jaar het middelpunt van controverse. De burgemeester van de stad, Femke Halsema, besloot niet aanwezig te zijn vanwege de geplande toespraak van Palmyra Westerling, de dochter van de controversiële KNIL-kapitein Raymond Westerling.

Geen Westerling-herdenking

Peggy Stein, voorzitter van het Indisch Platform 2.0, benadrukte dat de herdenking niet specifiek gericht was op Westerling, maar een gelegenheid was voor mensen die door hem waren gered om hun verhaal te delen. Dit volgde op de twee uur durende ceremonie die plaatsvond op de Dam.

De beslissing van burgemeester Halsema om niet aanwezig te zijn, veroorzaakte veel opschudding. Ze gaf aan dat ze niet wilde bijdragen aan een rehabilitatie van Westerling, een voormalig KNIL-strijder die betrokken was bij massa-executies van Indonesiërs. Halsema noemde dit een “zeer ongepaste en pijnlijke keuze op een dag dat we alle slachtoffers herdenken”.

Lege stoel en bloemenkranshouder

Als gevolg van Halsema’s beslissing bleef haar stoel tijdens de ceremonie leeg. Stein merkte op dat de kranslegging vanuit de gemeente was geannuleerd. Ze uitte haar ongenoegen over de situatie en benadrukte dat de herdenking bedoeld was om alle slachtoffers te herdenken. Als teken van protest liet de organisatie een bloemenkranshouder leeg, waar de krans van de gemeente Amsterdam had moeten hangen.

Ondanks de controverse sprak Palmyra Westerling tijdens de ceremonie. Christina van den Hemel, een 92-jarige vrouw die als kind door de troepen van Westerling uit Bandung werd gered, bedankte haar op het podium. Dit onderstreepte het complexe en emotionele karakter van de herdenking, die zowel de slachtoffers als de redders van de oorlog in Nederlands-Indië eert.

Plaats een reactie